1.2 Onvrede in de Nederlanden

1.2 Onvrede in de Nederlanden
1.2 Onvrede in de Nederlanden
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

1.2 Onvrede in de Nederlanden
1.2 Onvrede in de Nederlanden

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen.  

  • Je kunt drie redenen benoemen waarom bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten.   

Slide 2 - Slide

Waar waren we gebleven?

Slide 3 - Slide

Streven naar centraal bestuur (1)
  • Spaanse koning Karel V regeerde over de Nederlanden. 

  • De Nederlanden bestond uit 17 gewesten.
    - Eigen regels, eigen munt, eigen bestuurders. 

  • Spaanse keizer had hierdoor minder macht.

Slide 4 - Slide

Situatie De Nederlanden binnen het Habsburgse rijk

Slide 5 - Slide

Centraal bestuur (2)
  • Karel V voerde een centraal bestuur in: dezelfde regels, dezelfde belastingen; Spaanse ambtenaren.  

  • 1555 Filips II volgt vader op. 

  • Aanstelling van een landvoogdes: plaatsvervanger van de koning. 

  • Gewestelijke stadhouder:  Willem van Oranje (Holland, Utrecht en Zeeland)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Bestuur in Nederland 


Landvoogdes Margaretha van Parma 'heerste' over Nederland. 

Ketters werden vervolgd.

Slide 8 - Slide

Verzet tegen de Spaanse koning
  1. Bestuurders van de gewesten wilden geen centraal bestuur: minder macht.
  2. Nieuwe belastingen kostte de bevolking veel meer geld. 
  3. Katholieke Filips II ging over tot bloedige vervolging van protestanten in de Nederlanden. 
  • 1566 Smeekschrift der edelen. Nederlandse edelen smeken om te stoppen met de inquisitie.  

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen.  

  • Je kunt drie redenen benoemen waarom bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten.   

Slide 11 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de Beeldenstorm uitbrak en wat daarvan het gevolg was.  

  • - Je kunt onderscheid maken tussen politiek-bestuurlijke, sociale, economische en culturele oorzaken en gevolgen. 

Slide 12 - Slide


Waar waren we gebleven?

Slide 13 - Slide

De beeldenstorm (1)
  • Door smeekschrift werden protestanten even niet vervolgd en hoefden dus ook niet stiekem bijeen te komen. 

  • Er werden hagenpreken georganiseerd

  • 1566 Een Vlaamse predikant maakt zich kwaad over de heiligen verering in de katholieke kerk.  

Slide 14 - Slide

De Beeldenstorm (2)
  • Boze gelovigen trokken naar de kerk en vernielden alle beelden en namen de kostbaarheden mee.
  • Meer van deze plunderingen verspreidden zich als een olievlek door de Nederlanden. 
  • Als reactie stuurt Filips de hertog van Alva en zijn leger naar de Nederlanden om de orde te herstellen. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Historische vaardigheden 
  • Politiek:  alles wat te maken heeft met de verdeling van macht, de organisatie van het bestuur, het denken over het bestuur en het maken van wetten en regels.

  • Economisch: alles wat te maken heeft met de manier waarop mensen in hun onderhoud voorzien en de manier waarop de opbrengst van het werk onderling wordt verdeeld. 

  • Cultureel: alles wat te maken heeft met de ideeën van mensen en de manier waarop ze zich uiten, bijvoorbeeld in hun gewoontes en regels, of kunst en wetenschap. 

Slide 17 - Slide

Welke oorzaak hoort waar? 
Cultureel
Economisch
Politiek
De Nederlanders edelen wilden geen centraal bestuur. Zij wilden niet gehoorzamen aan Spaanse ambtenaren. 

In de Nederlanden waren de meeste mensen calvinist. Zij waren tegen de vrede vervolging van de protestanten
Nederlanders waren tegen vaste belastingen, zij zouden daardoor een deel van hun macht verliezen. 

Slide 18 - Drag question

Slide 19 - Video

Slide 20 - Link