MA_5.1 communicatie

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

5.1 communicatie:

Hoeveel procent van jouw communicatie is online?

0 tot 10%

10 tot 20%

20 tot 30%

30 tot 40%

40 tot 50%

50 tot 60%

60 tot 70%

70 tot 80%

80 tot 90%

90 tot 100%

Ik controleer of informatie online echt of nep is.

Eens

Helemaal eens

Oneens

Helemaal oneens

Nederland loopt achter!

• 32% van Nederland maakt zich zorgen over wat online echt is en wat nep is.
• 63% in Engeland.
• 67% in de Verenigde Staten
• 84% in Brazilië

Wat gaan we behandelen?

1. Persoonlijk of massaal?
2. Waar gebruiken we media voor?
3. Mediawijsheid.

Media:

Communicatie: doorgeven en ontvangen van informatie.

Zender: stuurt informatie.

Ontvanger: ontvangt informatie.

Medium: een middel om te communiceren.

Persoonlijk?

• Een zender en een ontvanger.
• Enkele zenders en enkele ontvangers.

Of massaal?

• Veel zenders en veel ontvangers.
• De zenders en ontvangers hoeven elkaar niet te kennen.

Waar gebruiken we media voor?

• Kennis en nieuws.
• Ontspanning.
• Contact.
• Laten zien je bent of wilt zijn. 

Media wijsheid:

• Je gaat voorzichtig om met het delen van privégegevens.
• Je gaat kritisch om met de informatie die je ontvangt. 

Wat betekent communicatie?

1. Het zenden van informatie.
2. Het ontvangen van informatie.
3. Het zenden en ontvangen van informatie.
4. Geen van de bovenstaande.

Van welke vorm van communicatie is er sprake?

1. Persoonlijke communicatie
2. Massa communicatie

Van welke vorm van communicatie is er sprake?

1. Persoonlijke communicatie
2. Massa communicatie

1. Persoonlijke communicatie
2. Massa communicatie

Van welke vorm van communicatie is er sprake?

1. Persoonlijke communicatie
2. Massa communicatie

Van welke vorm van communicatie is er sprake?

1. Persoonlijke communicatie
2. Massa communicatie

Welke functie van communicatie hoort bij de bron?

1. Kennis en nieuws
2. Ontspanning
3. Contact
4. Laten zien wie je bent of wilt zijn

Welke functie van communicatie hoort bij de bron?

1. Kennis en nieuws
2. Ontspanning
3. Contact
4. Laten zien wie je bent of wilt zijn

Wat hebben we behandeld?

1. Persoonlijk of massaal?
2. Waar gebruiken we media voor?
3. Mediawijsheid.

Bedankt voor uw aandacht!

Volgende week:
5.2 verschillende soorten media.