Nikkie Tutorials

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1,2

Lezen

Stap 1. We lezen samen de hele tekst. 

Onderstreep woorden/zinnen die je niet kent of lastig vindt.

Stap 2. We bespreken waar de tekst over gaat, wat de moeilijke woorden betekenen. 

Stap 3. Ik geef korte instructie over 'verwijswoorden.'  

Stap 4. We gaan vragen over de tekst - of verwijswoorden - beantwoorden. 

verwijswoorden

Woorden als:  

hij, zij, het, die, dat, er, daar, hun, haar, hem verwijzen naar iets of iemand dat eerder al is genoemd.

Dus lees je een stuk terug als je wilt weten naar wie/wat het woord verwijst. 

Welk woord kan je op de plek van het verwijswoord invullen? 

Een voorbeeld: 

Pietje is jarig. Hij is heel blij. Hij heeft voor zijn verjaardag een nieuwe fiets gekregen. Daar rijdt hij elke dag met veel plezier op naar school. Dat is best ver weg, maar dat lukt hem prima. 

In regel 5 staat “maar ze voelde zich nooit een jongen. Naar welk woord verwijst ze?

In regel 13 lees je
“Met de camera van haar moeder neemt ze haar eerste video op”
Naar wie verwijst haar?

1. Nikkie
2. Nikkie’s moeder

Zoek in de tekst een zin met een verwijswoord en typ die in het antwoordvak (de hele zin + regelnummer)

Hoe komt het dat Nikkie veel buitenlandse volgers heeft?

Waarom heeft Nikkie nu verteld dat ze een transgender is?

1

2

3

4

5

Nikkie vertelt op tv haar verhaal

Nikkie is ziek en ziet op tv mooie make-up

Nikkie neemt haar eerste video op

Nikkie wordt gechanteerd

Nikkie vertelt in een video dat ze transgender is