This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Welkom!
Wat heb je nodig?
geschiedenis tekstboek blz 53
schriftje voor aantekeningen
Slide 1 - Slide
planning
Huiswerk vorige week
quiz over vorige week
uitleg hoofdstuk 3 paragraaf 3
huiswerk opgeven
Slide 2 - Slide
huiswerk vorige week
Slide 3 - Slide
Wat is geen oorzaak voor het verdwijnen van het West-Romeinse Rijk?
A
Volksverhuizingen
B
Te klein leger
C
Slecht bestuur
D
Ontstaan Oost-Romeinse Rijk
Slide 4 - Quiz
Het begrip dat bij dit plaatje past is ...
A
West Romeinse Rijk
B
Volksverhuizingen
C
Frankische rijk
D
Romeinse cultuur
Slide 5 - Quiz
Door welk sterk volk sloegen andere volken op de vlucht?
A
Germanen
B
Hunnen
C
Visgoten
D
Allemannen
Slide 6 - Quiz
Welke periode ontstond er na de val van het Romeinse rijk?
A
Oudheid
B
Grieken en Romeinen
C
Middeleeuwen
D
Moderne tijd
Slide 7 - Quiz
Er begon een nieuwe periode:
De Middeleeuwen
Grootste rijk in europa: Frankische rijk
Koning Clovis
Slide 8 - Slide
3.3 leven op het platteland
tekstboek blz 54
schriftje voor aantekeningen
Slide 9 - Slide
leven van het land
Tijdens de volksverhuizingen plunderden Germaanse volken het was onveilig.
Veel mensen vertrokken naar het platteland: veiliger en meer voedsel.
Slide 10 - Slide
Platteland
Om veilig op het platteland te kunnen wonen, zochten veel kleine boeren bescherming bij een grotere boer in de buurt.
grotere boer: heer van het domein
De kleinere boeren : horigen.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Lees zelf 3.2
Wat moesten de boeren doen om bij de heer te mogen wonen? Noem minimaal 3 dingen
Slide 13 - Slide
Wat moesten de boeren doen om bij de heer te mogen wonen?
land afstaan
werken op het land van de heer
een deel van hun opbrengsten afstaan ( pacht)
klusjes voor de heer ( herendiensten)
Slide 14 - Slide
Hofstelsel
Dit hele stelsel van heren, horigen en herendiensten noemen we het hofstelsel.
Alles draaide om het hof (de hoeve) van de heer.
Slide 15 - Slide
Waaruit bestond een domein?
timer
0:20
A
Huizen van horigen
B
Hoeve van de heer
C
Landbouwgrond
D
Alle antwoorden zijn juist.
Slide 16 - Quiz
Het hofstelsel had als voordeel dat 'hij' zelf niet op het land hoefde te werken.
Wie is in bovenstaande zin 'hij'?
timer
0:20
A
Een horige
B
Een heer
Slide 17 - Quiz
Hoe noemen we de klusjes die de horige moest doen voor de landheer?
timer
0:20
A
Slavenarbeid
B
pacht
C
klusjes
D
herendiensten
Slide 18 - Quiz
Wat zijn herendiensten?
timer
0:20
A
Zo af en toe eens op bezoek gaan bij de heer
B
Klusjes doen voor de heer of het klooster
C
Gratis op het land van de heer wonen
D
Bescherming geven aan de horigen
Slide 19 - Quiz
Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.