This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Taalontwikkeling van kinderen tussen 2 tot 4 jaar
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je de belangrijkste mijlpalen in de taalontwikkeling van kinderen tussen 2 tot 4 jaar beschrijven.
Aan het einde van de les kun je de soorten vragen en gesprekken die kinderen in deze leeftijdsgroep kunnen voeren, identificeren.
Aan het einde van de les begrijp je hoe kinderen in deze leeftijdsgroep taal gebruiken om te leren en te fantaseren.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Wat weet je al over de taalontwikkeling van kinderen tussen 2 en 4 jaar?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Taalontwikkeling bij kinderen van 2 tot 3 jaar
Beginnen met het vormen van zinnen.
Gebruik van voornaamwoorden.
Stellen van vragen.
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Taalontwikkeling bij kinderen van 3 tot 4 jaar
Voeren van volledige gesprekken.
Vormen van complexere zinnen.
Meer begrip van de taal om hen heen.
Beantwoorden van 'waarom'-vragen.
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
Het gebruik van taal om te leren en te fantaseren
Taal gebruiken om te leren, te denken en te fantaseren.
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Het belang van vragen stellen voor de taalontwikkeling
Vragen stellen om meer te begrijpen over de wereld om hen heen.
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Definitielijst
Voornaamwoorden: Woorden die in de plaats van een naamwoord worden gebruikt, zoals 'ik', 'jij', 'hij'.
Meervouden: De vorm van een zelfstandig naamwoord dat meer dan één persoon of ding aangeeft, zoals 'auto's'.
Voorzetsels: Woorden die de relatie tussen andere woorden in een zin aangeven, zoals 'op', 'in'.
Waarom-vragen: Vragen die kinderen stellen om meer te begrijpen over de wereld om hen heen.
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 9 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 10 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.