Toets grammatica - 6/10/2021

Grammatica
  • 1e / 4e naamval
  • onderwerp / lijdend voorwerp
  • hij /hem-regel

Hoe je het wilt noemen, dat maakt niet uit. Maar kun jij (met behulp van je grammatica-spiekbrief) deze kennis ook toepassen?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare school

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grammatica
  • 1e / 4e naamval
  • onderwerp / lijdend voorwerp
  • hij /hem-regel

Hoe je het wilt noemen, dat maakt niet uit. Maar kun jij (met behulp van je grammatica-spiekbrief) deze kennis ook toepassen?

Slide 1 - Slide

Onderwerp (HIJ / 1e)
Wie/wat + gezegde

Slide 2 - Slide

Onderwerp?
Anna kauft den Baum.

Slide 3 - Open question

Onderwerp?
Marieke hat den Skihelm gekauft

Slide 4 - Open question

Onderwerp?
Ich kenne den Lehrer nicht.

Slide 5 - Open question

Onderwerp?
Die Frau sieht das Mädchen

Slide 6 - Open question

Onderwerp?
Sie spielt das Spiel.

Slide 7 - Open question

Lijdend voorwerp (HEM / 4e)
Wie/wat + gezegde + onderwerp

Slide 8 - Slide

Lijdend voorwerp?
Anna kauft einen Baum

Slide 9 - Open question

Lijdend voorwerp?
Marieke hat einen Skihelm gekauft

Slide 10 - Open question

Lijdend voorwerp?
Ich kenne den Lehrer nicht.

Slide 11 - Open question

Lijdend voorwerp?
Die Frau sieht ein Mädchen.

Slide 12 - Open question

Lijdend voorwerp?
Sie spielt ein Spiel.

Slide 13 - Open question

Onderwerp en lijdend voorwerp

Slide 14 - Slide

der, die, das, den?
____Frau sieht das Mädchen.

Slide 15 - Open question

der, die, das, den?
Anna kauft_____Baum(m)

Slide 16 - Open question

der, die, das, den?
____Mann kann gut Skifahren.

Slide 17 - Open question

der, die, das, den?
Marieke hat____Skihelm(m) gekauft

Slide 18 - Open question

der, die, das, den?
Ich kenne_____Lehrerin nicht.

Slide 19 - Open question

der, die, das, den?
Sie spielt____Spiel(o).

Slide 20 - Open question

der, die, das, den?
Wir haben endlich____Skihose.

Slide 21 - Open question

der, die, das, den?
_____Skihelm(m) war hundert Euro?!

Slide 22 - Open question

der, die, das, den?
Ihr habt____Junge gesehen

Slide 23 - Open question