vrijdag 1 okt

Unit: Wie ben ik? 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Unit: Wie ben ik? 

Slide 1 - Slide

Schema vandaag
Current affairs-kinderpostzegels
inquiry questions
game-conjugating verbs
Klare taal
Work on life history presentation
Articles: de het and een

Slide 2 - Slide

Inquiry questions
How do you identify explicit and implicit information in audiovisual material (video)?
How do you conjugate regular verbs and what happens to the stem of the verb when you conjugate?

Slide 3 - Slide

Current affairs: kinderpostzegels
Watch the video and answer
these questions:
-what is this video about?
-what did you understand?
-what is the purpose of this
video?

Slide 4 - Slide

Quick game
Pick a card. Read out the verb on the card. Conjugate the verb;
ik
jij
hij/zij
jullie
wij 
zij

Slide 5 - Slide

Write down your conjugation, for example:
jij loopt
Then add a time and a place:
jij loopt straks naar huis. 
Add a person if you can:
jij loopt straks naar huis met mij en Jan.

Slide 6 - Slide

Share your sentences

Slide 7 - Slide

Klare taal les 6

Slide 8 - Slide

Presentation life history
Stel jezelf voor. Wie ben je, wie is jouw familie, waar kom je vandaan. Je life history in 2 of 3 slides. 
Prepare for next monday

Slide 9 - Slide

timer
10:00

Slide 10 - Slide

Finished?
Show one of your classmates and ask for feedback to improve

Slide 11 - Slide

Articles; de het and een

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

  • Het lidwoord (article) is never on its own.
  • it is always in front of a noun, het zelfstandig naamwoord

Slide 14 - Slide

De jongen is moe.

de : lidwoord
jongen: zelfstandig naamwoord

De auto is rood.
Het autootje is rood.

het : lidwoord
auto: zelfstandig naamwoord

Slide 15 - Slide

Klare taal

Slide 16 - Slide