1.3 Commercials

1.3 Commercials
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

1.3 Commercials

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Maak een zin met (vnw 1+2)
1. I, you, he, she, we, you, they
2. my, your, his, her, our, their


Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

How do you recognise a commercial?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Video

Wat zegt de reclame over het product?
A
Je krijgt er vieze vingers van.
B
Je gaat ervan liegen
C
Je kan er niet vanaf blijven
D
Je verstopt ze overal in huis

Slide 7 - Quiz

Name the places where he finds her eating cheetos?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

Waarom praat de 'hair' met de man?
A
Hij vindt het een mooi scheermes
B
Hij wil niet afgeschoren worden
C
Hij is blij dat hij afgeschoren wordt
D
Hij is bang dat het pijn doet.

Slide 10 - Quiz

Wat is de belangrijkste boodschap over het product
A
Het is een mooi apparaat
B
Het werkt snel
C
Het is superscherp
D
Het is heel goedkoop

Slide 11 - Quiz

Nu Engels 1.3
Exercise 1 (Listening to commercials)
1.3 Exercise 1 + Exam Exercise

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Slide

Aanwijzende voornaamwoorden

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Use: this, these, that, those:

I want ... books over there.
A
this
B
these
C
that
D
those

Slide 17 - Quiz

Use: this, that, these, those

... colours look beautiful on you!
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 18 - Quiz

Use: this, that, these, those

... is your pen over there on the desk.
... is my pen here
A
This, This
B
That, That
C
This, That
D
That, This

Slide 19 - Quiz

Use: this, that, these, those

... balloons here are nicer than ... ones over there.
A
Those, these
B
These, those
C
This, that
D
That, this

Slide 20 - Quiz

Maak een zin met:
1. I, you, he, she, we, you, they
2. my, your, his, her, our, their
3. this, that, these, those

Slide 21 - Open question

Nu Engels 1.3 

Chapter 1.3 Exercise:

Grammar:  2,  grammar 14 + extra grammar14

Teams opdracht My Life (inleveren voor 8 november)


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Waarom begrijpt hij het bericht niet?
A
Hij weet niet hoe de radio werkt
B
Hij gelooft niet dat het schip zinkt
C
Hij verstaat het Engels verkeerd
D
Hij verstaat geen Engels

Slide 24 - Quiz

Wat is het product
A
Radio apparatuur
B
Microfoon
C
Engelse Lessen
D
Logopedie

Slide 25 - Quiz