Spieren

Spieren
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Spieren

Slide 1 - Slide

Buitenste schuine buikspier en binnenste schuine buikspier zijn antagonisten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Wat doen de buikspieren bij de
ademhaling?
A
De worden getraind
B
Die helpen mee bij een flinke inademing
C
Die helpen mee bij een flinke uitademing
D
Die doen niets

Slide 3 - Quiz

Welk spierweefsel is dit?
A
Dwarsgestreept spierweefsel
B
Horizontaalgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel
D
Glad spierweefsel

Slide 4 - Quiz

Welk spierweefsel
is dit?
A
Dwarsgestreept spierweefsel
B
Horizontaalgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel
D
Glad spierweefsel

Slide 5 - Quiz

In de wand van de slokdarm zitten spieren. Welk soort spieren zijn dit?
A
Dwarsgestreepte spieren
B
Gladde spieren
C
Dwarsgestreepte en gladde spieren
D
Gladde spieren en hartspierweefsel

Slide 6 - Quiz

Welk type spier is je biceps?
A
B

Slide 7 - Quiz

de uitwendige kringspier in de anus =
A
willekeurig
B
onwillekeurig

Slide 8 - Quiz

De kringspier van het linkeroog is...
A
gespannen
B
ontspannen

Slide 9 - Quiz

Bij contractie worden de spieren...
A
korter
B
Langer

Slide 10 - Quiz

Wat gebeurt er in de tonische fase?
A
Verkramping en verstijving van je lichaam
B
Je ontspant je lichaam

Slide 11 - Quiz

Bewegings- of tonische spieren
hebben de neiging te verkorten en
moeten dus versterkt worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Welke spier is hier
de antagonist?
A
Biceps
B
Triceps

Slide 13 - Quiz

De biceps en triceps zijn .........
A
Synergisten
B
Antagonisten

Slide 14 - Quiz