What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling ww-spelling en bezits 's'
Herhalen werkwoordspelling
Persoonsvorm TT en VT
Voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt
1 / 37
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
37 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhalen werkwoordspelling
Persoonsvorm TT en VT
Voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Dat (vinden, tt) .... je vast zielig
voor dat beestje!
Slide 3 - Open question
Na (douchen, VD) te hebben, was ik weer (opfrissen, VD) .
Slide 4 - Open question
De kreeft (worden, tt) ......
opgegeten door de haai.
Slide 5 - Open question
Zij (beantwoorden, tt) ..... de vraag.
A
beantwoort
B
beantword
C
beantwoord
D
beantwoordt
Slide 6 - Quiz
(Worden, tt) ..... je broer
ook lid van de hockeyclub?
Slide 7 - Open question
De jongen (bewaren, vt) .....
de spullen op zolder.
Slide 8 - Open question
"Ik ........ deze taalquiz leerzaam."
A
vinden
B
vind
C
vindt
D
vonden
Slide 9 - Quiz
Bij het voltooid deelwoord gebruik je...
A
stam +t
B
t kofschip
Slide 10 - Quiz
Juiste spelling voltooid deelwoord.
De overvaller heeft alles snel (bekennen).
A
bekent
B
bekend
Slide 11 - Quiz
Zij hebben (betalen) ....
A
betaalt
B
betaald
Slide 12 - Quiz
Wat is de ik-vorm (vt) van kiezen?
A
kieste
B
koos
C
kiesde
D
kiezte
Slide 13 - Quiz
Hij (gooien, vt) .......... de bal.
A
gooi
B
gooit
C
gooite
D
gooide
Slide 14 - Quiz
Noem drie voorbeelden van
een voltooid deelwoord.
Slide 15 - Open question
Hij (binden, tt) het touw stevig vast
A
bindt
B
bind
C
bint
D
bin
Slide 16 - Quiz
Hij hing de ....... foto boven de bank.
A
vergroten
B
vergrootte
C
vergrote
D
vergroote
Slide 17 - Quiz
bijvoeglijk gebruikt volt. dw
zo kort mogelijk
maar de uitspraak mag niet veranderen
als het voltooid deelwoord einidgt op -en,
dan óók wanneer het bijvoeglijk gebruikt wordt
Slide 18 - Slide
De ......... toren staat
op de monumentenlijst
A
verlichten
B
verlichte
C
verlichtte
D
verlichtten
Slide 19 - Quiz
De .... cake verspreidde een heerlijke geur.
A
gebakken
B
gebakke
C
gebake
D
gebakte
Slide 20 - Quiz
De ........... trui jeukt als een gek!
A
gebreidde
B
gebreiden
C
gebreide
D
gebreidden
Slide 21 - Quiz
Spelling
ZNW meervoud
ZNW met bezits -s
Slide 22 - Slide
Wat is het meervoud van café
A
café's
B
cafees
C
cafés
D
caffees
Slide 23 - Quiz
Wat is het meervoud van hobby
Slide 24 - Open question
Wat is het meervoud van etui
A
etuis
B
etui 's
Slide 25 - Quiz
Wat is het meervoud van radio
A
radioos
B
radio's
C
radios
Slide 26 - Quiz
Wat is het meervoud van verdieping
Slide 27 - Open question
Wat is het meervoud van taxi
A
taxies
B
taxis
C
taxie's
D
taxi's
Slide 28 - Quiz
Bezitsvorm
De bezits-s geeft een bezit aan; iets is van iemand.
De regels voor de bezits-s zijn eenvoudig:
je schrijft de –s aan het woord vast
behalve als je de bezitsvorm niet meer goed uit kunt spreken (uitspraakverwarring). Dat gebeurt bij : a - i - o - u - y
behalve als een –y als een [j] klinkt in plaats van als een [ie]
Slide 29 - Slide
Bezitsvorm
Als een naam al op een
–s (of een sisklank)
eindigt,
komt er alleen een apostrof achter en géén extra –s.
Lies --> Lies' boek
Maurice --> Maurice' boek
Bij een naam op een -e, schrijf je de -s er bijna altijd aan vast.
Esmees boek of Esmés boek.
Slide 30 - Slide
Kies de juiste schrijfwijze
A
Lex' boek
B
Lex's boek
Slide 31 - Quiz
Kies de juiste schrijfwijze
A
Jimmy's telefoon
B
Jimmies telefoon
Slide 32 - Quiz
Een scheldwoord uit Rotterdam.
Een ...... scheldwoord.
Slide 33 - Open question
De honden van Caesar.
...... honden.
Slide 34 - Open question
De nieuwste smartphone van HTC.
..... nieuwste smartphone.
Slide 35 - Open question
De sjaal van Gladys.
...... sjaal.
Slide 36 - Open question
Vragen?
Stel ze!
Oefen verder in Studiemeter.nl
Slide 37 - Slide
More lessons like this
Herhaling ww-spelling en bezits 's'
December 2019
- Lesson with
29 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Spelling herhalen
March 2021
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1,2
Spelling herhalen leerjaar 1 h/v
March 2020
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling
September 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
groep 7 werkwoordcito oefenen
March 2023
- Lesson with
35 slides
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
29 days ago
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
7 days ago
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
hf 4.5 voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
September 2018
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2