Even oefenen....
Schrijf de antwoorden in je aantekeningenschrift. Weet je de betekenissen van de persoonlijk voornaamwoorden niet meer -> lees het blokje op blz. 48 nog eens.
Klaar? Begin met het huiswerk (ex. 16ABE + 17AB). Houd je schrift open voor controle
Gebruik de juiste vorm van het werkwoord op -er
1) Tu ........... (parler) français?
2) Oui, je .......... (parler) français.
3) Elle ......... (donner) un cadeau.
4) Nous ............ (chercher) un restaurant.
5) Tobias ............. (demander) la réponse.
6) Elles ............... (trouver) une maison
7) Tobias et Fleur ............. (parler) néerlandais.