This lesson contains 30 slides, with text slides.
Rentebedrag = spaartegoed x rentepercentage x jaren
Totale bedrag = spaartegoed x rentepercentage x jaren + spaartegoed
Voorbeeld:
Roberto heeft € 200 op zijn spaarrekening staan. De bank vergoedt 3% rente.
3% = 0,03 ( 3 delen door 100)
Rente na 1 jaar → €200 x 0,03 x 1
Rente na 2 jaar → €200 x 0,03 x 2
Rente na 1 maand → €200 x 0,03 x 1 : 12
Rentebedrag = spaartegoed x rentepercentage x jaren
Totale bedrag = spaartegoed x rentepercentage x jaren + spaartegoed
Voorbeeld:
Roberto heeft € 200 op zijn spaarrekening staan. De bank vergoedt 3% rente.
3% = 0,03 ( 3 delen door 100)
Rente na 1 jaar → €200 x 0,03 x 1
Rente na 2 jaar → €200 x 0,03 x 2
Rente na 1 maand → €200 x 0,03 x 1 : 12