Les 1: Wat is het klimaat?

1 / 29
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 29 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Bespreek met de kinderen wat ze zien op het boek. Waar denken ze dat het boek over gaat?

Benoem de auteurs van het boek: Frank Pollet en Moniek Vermeulen
Klimaat

Slide 2 - Mind map

Test de kennis van de kinderen over welke klimaten ze al kennen!

Laat de kinderen individueel antwoorden invullen en creëer zo een mindmap gevuld met klimaten.
Het klimaat en het weer
Het klimaat is het weer van een bepaald gebied bekeken over een langere periode (30 jaar).

Het woord 'weer' gebruiken we als we praten over het weer van een dag of een week.



Slide 3 - Slide

Weer en klimaat
De begrippen weer en klimaat worden vaak door elkaar gehaald. Vertel de leerlingen wat het verschil is tussen het weer en het klimaat en geef hierbij de uitleg.

Slide 4 - Slide

Voorlezen
Lees pagina 10 en 11 uit Frida's koele klimaatboek voor. Het gaat over wat het klimaat is. 

Slide 5 - Video

Video: Wat betekent klimaat?
Bekijk de video van Schooltv over het klimaat.

Bespreek na het bekijken van de video met de kinderen wat het klimaat inhoudt en wat het verschil is tussen het klimaat en het weer.

Slide 6 - Video

Verschillende klimaten en klimaatzones
Bekijk de video vanaf 0:29 over de verschillende klimaat. 

Bespreek na het bekijken van de video met de kinderen hoe het komt dat er verschillende klimaten zijn. Ook bespreek je in welke volgorde de zones voorkomen en waaraan de zones te herkennen zijn.
Poolklimaat
Kenmerken van het poolklimaat:
  • Gemiddelde temperatuur onder 0℃
  • Weinig neerslag
  • Geen plantengroei/vegetatie

Slide 7 - Slide

Geef uitleg over het poolklimaat. 

Bespreek de temperatuur en de hoeveelheid neerslag en laat zien hoe dit terug te zien is in de klimaatgrafiek.

De klimaatgrafiek geeft met blauwe staven weer hoeveel neerslag er valt per maand. De rode lijn in de klimaatgrafiek geeft aan wat de temperatuur is gedurende het jaar en hoe deze verandert. 

Ook bespreek je de hoeveelheid plantengroei in het klimaatgebied. 
Toendraklimaat
Kenmerken van het toendraklimaat:
  • Gemiddelde temperatuur onder 10℃
  • Weinig neerslag
  • Lage struiken, mossen en grassen

Slide 8 - Slide

Geef uitleg over het toendraklimaat.

Bespreek de temperatuur en de hoeveelheid neerslag en laat zien hoe dit terug te zien is in de klimaatgrafiek.

De klimaatgrafiek geeft met blauwe staven weer hoeveel neerslag er valt per maand. De rode lijn in de klimaatgrafiek geeft aan wat de temperatuur is gedurende het jaar en hoe deze verandert.

Ook bespreek je de hoeveelheid plantengroei in het klimaatgebied. 
Landklimaat
Kenmerken van het landklimaat:
  • Warme zomers en koude winters
  • Hele jaar door neerslag
  • Naaldbos (taiga)

Slide 9 - Slide

Geef uitleg over het landklimaat.

Bespreek de temperatuur en de hoeveelheid neerslag en laat zien hoe dit terug te zien is in de klimaatgrafiek.

De klimaatgrafiek geeft met blauwe staven weer hoeveel neerslag er valt per maand. De rode lijn in de klimaatgrafiek geeft aan wat de temperatuur is gedurende het jaar en hoe deze verandert.

Ook bespreek je de hoeveelheid plantengroei in het klimaatgebied. 
Zeeklimaat
Kenmerken van het zeeklimaat:
  • Koele zomers, zachte winters
  • Hele jaar door neerslag
  • Loofbos (zomer groen)

Slide 10 - Slide

Geef uitleg over het zeeklimaat.

Bespreek de temperatuur en de hoeveelheid neerslag en laat zien hoe dit terug te zien is in de klimaatgrafiek.

De klimaatgrafiek geeft met blauwe staven weer hoeveel neerslag er valt per maand. De rode lijn in de klimaatgrafiek geeft aan wat de temperatuur is gedurende het jaar en hoe deze verandert.

Ook bespreek je de hoeveelheid plantengroei in het klimaatgebied. 
Middellands zeeklimaat 
Kenmerken van het middellands zeeklimaat:
  • Warme zomers, zachte winters
  • Droge zomers
  • Olijfbomen, citrusbomen en sinaasappelbomen

Slide 11 - Slide

Geef uitleg over het middellands zeeklimaat.

Bespreek de temperatuur en de hoeveelheid neerslag en laat zien hoe dit terug te zien is in de klimaatgrafiek.

De klimaatgrafiek geeft met blauwe staven weer hoeveel neerslag er valt per maand. De rode lijn in de klimaatgrafiek geeft aan wat de temperatuur is gedurende het jaar en hoe deze verandert.

Ook bespreek je de hoeveelheid plantengroei in het klimaatgebied. 
Woestijnklimaat 
Kenmerken van het woestijnklimaat:
  • Erg warm, maar ook koude gebieden.
  • Droog (minder dan 250 mm neerslag per jaar).
  • Bijna geen plantengroei

Slide 12 - Slide

Geef uitleg over het woestijnklimaat.

Bespreek de temperatuur en de hoeveelheid neerslag en laat zien hoe dit terug te zien is in de klimaatgrafiek.

De klimaatgrafiek geeft met blauwe staven weer hoeveel neerslag er valt per maand. De rode lijn in de klimaatgrafiek geeft aan wat de temperatuur is gedurende het jaar en hoe deze verandert.

Ook bespreek je de hoeveelheid plantengroei in het klimaatgebied. 
Steppeklimaat 
Kenmerken van het steppeklimaat:
  • Hele jaar warm (+ 18℃)
  • Weinig neerslag (meer dan woestijn en  minder dan savanne)
  • Grasland met struiken

Slide 13 - Slide

Geef uitleg over het steppeklimaat.

Bespreek de temperatuur en de hoeveelheid neerslag en laat zien hoe dit terug te zien is in de klimaatgrafiek.

De klimaatgrafiek geeft met blauwe staven weer hoeveel neerslag er valt per maand. De rode lijn in de klimaatgrafiek geeft aan wat de temperatuur is gedurende het jaar en hoe deze verandert.

Ook bespreek je de hoeveelheid plantengroei in het klimaatgebied. 
Savanneklimaat 
Kenmerken van het savanneklimaat:
  • Hele jaar warm (+ 18℃)
  • Meer neerslag dan het steppeklimaat, minder dan het tropisch regenwoudklimaat.
  • Grasland met bomen en struiken

Slide 14 - Slide

Geef uitleg over het savanneklimaat.

Bespreek de temperatuur en de hoeveelheid neerslag en laat zien hoe dit terug te zien is in de klimaatgrafiek.

De klimaatgrafiek geeft met blauwe staven weer hoeveel neerslag er valt per maand. De rode lijn in de klimaatgrafiek geeft aan wat de temperatuur is gedurende het jaar en hoe deze verandert.

Ook bespreek je de hoeveelheid plantengroei in het klimaatgebied. 
Tropisch regenwoudklimaat 
Kenmerken van het tropisch regenwoudklimaat:
  • Hele jaar warm (+ 18℃)
  • Hele jaar veel neerslag
  • Tropisch regenwoud en bossen

Slide 15 - Slide

Geef uitleg over het tropisch regenwoudklimaat.

Bespreek de temperatuur en de hoeveelheid neerslag en laat zien hoe dit terug te zien is in de klimaatgrafiek.

De klimaatgrafiek geeft met blauwe staven weer hoeveel neerslag er valt per maand. De rode lijn in de klimaatgrafiek geeft aan wat de temperatuur is gedurende het jaar en hoe deze verandert.

Ook bespreek je de hoeveelheid plantengroei in het klimaatgebied. 
Hooggebergteklimaat 
Kenmerken van het hooggebergteklimaat:
  • Gemiddelde temperatuur onder 0℃. Soms warmer dan het toendraklimaat.
  • Altijd sneeuw

Slide 16 - Slide

Geef uitleg over het hooggebergteklimaat.

Bespreek de temperatuur en de hoeveelheid neerslag en laat zien hoe dit terug te zien is in de klimaatgrafiek.

De klimaatgrafiek geeft met blauwe staven weer hoeveel neerslag er valt per maand. De rode lijn in de klimaatgrafiek geeft aan wat de temperatuur is gedurende het jaar en hoe deze verandert.

Ook bespreek je de hoeveelheid plantengroei in het klimaatgebied. 

Slide 17 - Link

Bespreek met de kinderen de basisopties van Google Earth die ze nodig hebben voor het uitvoeren van de opdracht.
  • Hoe kan je op een land zoeken?
    Aan de linkerkant van het scherm is een vergrootglas te vinden. Door hierop te klikken, verschijnt er een zoekbalk. In deze zoekbalk kan het land ingetypt worden. Door vervolgens op 'enter' te klikken op het toetsenbord, word je doorgestuurd naar het gekozen land. 
  • Hoe kan je in- en uitzoomen?
    Rechtsonder in beeld zijn een - en + te zien. Via - kan je uitzoomen en via + kan je inzoomen.
  • Hoe gebruik je street view?
    Om nog dichter op een bepaalde plek in te kunnen zoomen of er doorheen te lopen, kun je gebruik maken van street view. Dit kan je gebruiken door het poppetje rechtsonder in beeld te slepen naar de plek die jij wil zien. 
  • Hoe maak je een screenshot/schermafbeelding?
    Een screenshot/schermafbeelding kun je maken door te knop te gebruiken op de laptop. Ook kun je gebruik maken van het programma knipprogramma. Hier kun je een nieuw knipsel maken en kan je selecteren waar je een afbeelding van wil maken.
Welk klimaat vind je hier?
De landen waarin je gaat zoeken naar de klimaten, zijn:
  • Egypte, Groenland, Spanje, Uganda, Suriname, Nederland, Senegal, Polen, (noorden van) Canada en Nepal. 
Ieder klimaat kan maar één keer voorkomen. 
In dit document kan je de gevonden informatie toevoegen om voor jezelf een schema te krijgen. Let op: Eerst het document downloaden!!

Slide 18 - Slide

Opdracht
Welk klimaat vind je waar in de wereld?

Verdeel de klas in tweetallen.
Ieder tweetal opent het document via de link onder 'dit document' en download deze. Let op: downloaden is belangrijk, anders wordt het algemene document bewerkt!

De kinderen gaan via Google Earth opzoek naar de verschillende klimaten en koppelen deze aan een land met de juiste bijpassende informatie uit de tabel in het document.
Check it!
Kies een ander tweetal en bespreek met dit tweetal 
je antwoorden. 

Hebben jullie dezelfde antwoorden en afbeeldingen gevonden? Welke foto's lijken op elkaar en welke zijn verschillend? Hoe kan dat?

Slide 19 - Slide

Nakijken

Voor het controleren van de informatie kiest ieder tweetal een ander tweetal. Op deze manier kunnen de kinderen elkaar onderling helpen en leren ze samenwerken. 

De kinderen bespreken of ze dezelfde informatie hebben gevonden of dat er verschillen tussen zitten. Ook bespreken ze hoe dat het kan dat er eventueel verschillen in zitten.

Het antwoord hierop zou kunnen zijn dat klimaten op verschillende plekken voorkomen. Bij de gekozen landen is geprobeerd dat er geen verwarring kan ontstaan door landen te kiezen waar grotendeels maar één klimaat voorkomt.
Poolklimaat in Groenland

Slide 20 - Slide

Bespreek met de kinderen of ze het goede land en de goede afbeelding aan het juiste klimaat hebben gekoppeld. 

Laat voorbeeld foto's zien van de klimaten die de kinderen hadden kunnen maken, zodat ze op deze manier kunnen controleren of hun verkregen informatie juist is. Bespreek in welk land ze het klimaat hadden kunnen vinden.

Let op: vraag regelmatig aan de kinderen of ze dezelfde antwoorden hebben verkregen. Het kan voorkomen dat ze een ander klimaat juist hebben gevonden in een ander land. Bespreek dit met de kinderen en praat er met de kinderen over hoe dat kan.
Toendraklimaat in het noorden van Canada

Slide 21 - Slide

Bespreek met de kinderen of ze het goede land en de goede afbeelding aan het juiste klimaat hebben gekoppeld.

Laat voorbeeld foto's zien van de klimaten die de kinderen hadden kunnen maken, zodat ze op deze manier kunnen controleren of hun verkregen informatie juist is. Bespreek in welk land ze het klimaat hadden kunnen vinden.

Let op: vraag regelmatig aan de kinderen of ze dezelfde antwoorden hebben verkregen. Het kan voorkomen dat ze een ander klimaat juist hebben gevonden in een ander land. Bespreek dit met de kinderen en praat er met de kinderen over hoe dat kan.
Landklimaat in Polen

Slide 22 - Slide

Bespreek met de kinderen of ze het goede land en de goede afbeelding aan het juiste klimaat hebben gekoppeld.

Laat voorbeeld foto's zien van de klimaten die de kinderen hadden kunnen maken, zodat ze op deze manier kunnen controleren of hun verkregen informatie juist is. Bespreek in welk land ze het klimaat hadden kunnen vinden.

Let op: vraag regelmatig aan de kinderen of ze dezelfde antwoorden hebben verkregen. Het kan voorkomen dat ze een ander klimaat juist hebben gevonden in een ander land. Bespreek dit met de kinderen en praat er met de kinderen over hoe dat kan.
Zeeklimaat in Nederland

Slide 23 - Slide

Bespreek met de kinderen of ze het goede land en de goede afbeelding aan het juiste klimaat hebben gekoppeld.

Laat voorbeeld foto's zien van de klimaten die de kinderen hadden kunnen maken, zodat ze op deze manier kunnen controleren of hun verkregen informatie juist is. Bespreek in welk land ze het klimaat hadden kunnen vinden.

Let op: vraag regelmatig aan de kinderen of ze dezelfde antwoorden hebben verkregen. Het kan voorkomen dat ze een ander klimaat juist hebben gevonden in een ander land. Bespreek dit met de kinderen en praat er met de kinderen over hoe dat kan.
Middellands zeeklimaat in Spanje

Slide 24 - Slide

Bespreek met de kinderen of ze het goede land en de goede afbeelding aan het juiste klimaat hebben gekoppeld.

Laat voorbeeld foto's zien van de klimaten die de kinderen hadden kunnen maken, zodat ze op deze manier kunnen controleren of hun verkregen informatie juist is. Bespreek in welk land ze het klimaat hadden kunnen vinden.

Let op: vraag regelmatig aan de kinderen of ze dezelfde antwoorden hebben verkregen. Het kan voorkomen dat ze een ander klimaat juist hebben gevonden in een ander land. Bespreek dit met de kinderen en praat er met de kinderen over hoe dat kan.
Woestijnklimaat in Egypte

Slide 25 - Slide

Bespreek met de kinderen of ze het goede land en de goede afbeelding aan het juiste klimaat hebben gekoppeld.

Laat voorbeeld foto's zien van de klimaten die de kinderen hadden kunnen maken, zodat ze op deze manier kunnen controleren of hun verkregen informatie juist is. Bespreek in welk land ze het klimaat hadden kunnen vinden.

Let op: vraag regelmatig aan de kinderen of ze dezelfde antwoorden hebben verkregen. Het kan voorkomen dat ze een ander klimaat juist hebben gevonden in een ander land. Bespreek dit met de kinderen en praat er met de kinderen over hoe dat kan.
Steppeklimaat in Senegal

Slide 26 - Slide

Bespreek met de kinderen of ze het goede land en de goede afbeelding aan het juiste klimaat hebben gekoppeld.

Laat voorbeeld foto's zien van de klimaten die de kinderen hadden kunnen maken, zodat ze op deze manier kunnen controleren of hun verkregen informatie juist is. Bespreek in welk land ze het klimaat hadden kunnen vinden.

Let op: vraag regelmatig aan de kinderen of ze dezelfde antwoorden hebben verkregen. Het kan voorkomen dat ze een ander klimaat juist hebben gevonden in een ander land. Bespreek dit met de kinderen en praat er met de kinderen over hoe dat kan.
Savanneklimaat in Uganda

Slide 27 - Slide

Bespreek met de kinderen of ze het goede land en de goede afbeelding aan het juiste klimaat hebben gekoppeld.

Laat voorbeeld foto's zien van de klimaten die de kinderen hadden kunnen maken, zodat ze op deze manier kunnen controleren of hun verkregen informatie juist is. Bespreek in welk land ze het klimaat hadden kunnen vinden.

Let op: vraag regelmatig aan de kinderen of ze dezelfde antwoorden hebben verkregen. Het kan voorkomen dat ze een ander klimaat juist hebben gevonden in een ander land. Bespreek dit met de kinderen en praat er met de kinderen over hoe dat kan.
Tropisch regenwoudklimaat in Suriname 

Slide 28 - Slide

Bespreek met de kinderen of ze het goede land en de goede afbeelding aan het juiste klimaat hebben gekoppeld.

Laat voorbeeld foto's zien van de klimaten die de kinderen hadden kunnen maken, zodat ze op deze manier kunnen controleren of hun verkregen informatie juist is. Bespreek in welk land ze het klimaat hadden kunnen vinden.

Let op: vraag regelmatig aan de kinderen of ze dezelfde antwoorden hebben verkregen. Het kan voorkomen dat ze een ander klimaat juist hebben gevonden in een ander land. Bespreek dit met de kinderen en praat er met de kinderen over hoe dat kan.
Hooggebergteklimaat in Nepal

Slide 29 - Slide

Bespreek met de kinderen of ze het goede land en de goede afbeelding aan het juiste klimaat hebben gekoppeld.

Laat voorbeeld foto's zien van de klimaten die de kinderen hadden kunnen maken, zodat ze op deze manier kunnen controleren of hun verkregen informatie juist is. Bespreek in welk land ze het klimaat hadden kunnen vinden.

Let op: vraag regelmatig aan de kinderen of ze dezelfde antwoorden hebben verkregen. Het kan voorkomen dat ze een ander klimaat juist hebben gevonden in een ander land. Bespreek dit met de kinderen en praat er met de kinderen over hoe dat kan.