Oriëntatie op verloskunde

Nadere kennismaking
De naam die je hebt gekregen bij je geboorte kan heel bepalend zijn voor je identiteit,
wat is jouw naam/zijn jouw namen en is dit ook ergens op gebaseerd?

1 / 32
next
Slide 1: Slide
VerpleegkundeMBOStudiejaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nadere kennismaking
De naam die je hebt gekregen bij je geboorte kan heel bepalend zijn voor je identiteit,
wat is jouw naam/zijn jouw namen en is dit ook ergens op gebaseerd?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Oriëntatie op verloskunde

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doelstellingen
Studenten kunnen benoemen:
  • Vanuit  welke visie er op verlos en kinderafdelingen wordt gewerkt.
  • Hoe de zorg rondom de zwangere, barende, kraamvrouw en pasgeborene is georganiseerd.
  • Hoe een zwangerschap ontstaat.
  • Hoe een zwangere en haar echtgenoot zich kunnen voorbereiden op de bevalling.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

Moeder en kind staan centraal; het toekomstig gezin zo goed mogelijk opvangen en begeleiden. 

Slide 7 - Slide

Vroede vrouw = wijze vrouw in de Middeleeuwen.

1861: kweekschool voor vroedvrouwen
1978 officiële titel verloskundige 
Doula = bevallingscoach
Uit het Grieks: helpende vrouw.
Een professional die ondersteunent bij de niet-medische onderdelen van je zwangerschap en bevalling. 
Samen met de verloskundige begeleidt ze de vrouw tijdens de zwangerschap en coacht haar bij de bevalling zowel bij een thuisbevalling als in het ziekenhuis. Daarnaast houdt ze het geboorteplan in de gaten en zorgt ervoor dat je bevalling voor jou zo prettig mogelijk verloopt.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Zou jij ooit willen bevallen met een Doula?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Maar hoe ontstaat nu die zwangerschap?
Filmpje over de bevruchting



Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Slide 13 - Link

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Zet in de juiste volgorde van eicel naar zwanger zijn:
Ovaria, innesteling in Uterus, embryo, ovulatie, bevruchte eicel (zygote), spermatozoïde, eicel, tubae, eisprong, conceptie, foetus.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

HCG hormoon in urine  = humaan choriongonadrotrofine; embryo maakt dit aan waardoor er geen andere eicellen rijpen, er een goede innseteling plaats vind en het embryo goed kan groeien.

Slide 20 - Slide

https://verloskundigenpraktijkmaastricht.nl/de-ontwikkeling-van-week-tot-week/

Embryo 0-8 weken, alles is in aanleg aanwezig..
Foetus 8-12 weken: longen, geraamte zenuwstelsel en lever en maag vormen zich
12-16 weken: nieren, spier en gewrichten vormen zich.
16-20 weken: lever, galblaas, maag, nieren gaan werken
20-24 weken: de foetus gaat bewegen
24-28 weken: hersenen gaan groeien.
28-32 weken: zenuwen  vervolmaakt.
32-36 weken: organen klaar om te functioneren.
36-40 weken: dag en nachtritme ontstaat, kracht neemt toe.
Waar merk je aan dat zwanger bent?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

tot 24 weken: 1x per 4 weken controle. 
28 weken: 1x per 3 weken
36 weken: 1x per 2 weken
>36 weken: 1x per week

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

Basispakket: 13 en 20 weken echo: check op waterhoofd, open rug, nekplooimeting; niet 100% betrouwbaar.

NIPT = niet invasieve prenatale test = bloedafname en nekplooi meting, dna van placenta zit in het bloed; check op syndroom van Down, Edwards en Patausyndroom

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions