Les 11 ZK2A 04-10-23 paragraaf 1.3c

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom bij de Geschiedenisles ZK2A!

Startklaar:

- Telefoon in Zakkie

- Op tafel:

        - Map

        - Feniksboek

        - Naambordje

        - Zakkie

Startopdracht:

Werkboek open op bladzijde 13-14, terwijl je de antwoorden opschrijft van de volgende vragen:

1.  Hoe heten de machthebbers van de Republiek?

2. Uit welke familie kwam de stadhouder?

3. Waar was de raadspensionaris de baas over?

Lesplan:

1. Startopdracht

2. Huiswerk bespreken

3. Lesdoelen

4. Herhaling over regenten, Staten-Generaal en Gewestelijke Staten

5. Uitleg arm&rijk en de Staten-Generaal tegenwoordig

6. Opdrachten

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

...kan je benoemen wie er rijk en wie er arm waren in de Republiek (R)

...kan je benoemen hoe de Republiek werd bestuurd. (T1)

...kan je benoemen wat de Staten-Generaal in de 17e eeuw deed en wat het nu doet. (T1)

Staten-Generaal

1. Zeeland

2.  Holland

3. Utrecht

4. Gelderland

5. Overijssel

6. Groningen

7. Friesland

Regenten

Wie is dit? Wat is zijn functie?

Maurits van Oranje

Maurits was de tweede zoon van Willem van Oranje. Omdat de oudste zoon was overleden voor hun vader, nam Maurits de titel Stadhouder van zijn vader over. 

Maurits was erg goed in het aanvoeren van het leger. Hij bedacht allerlei tactieken om zijn lerger zo snel mogelijk te verplaatsen.  Zo bedacht hij bijvoorbeeld dat het handig was om onder de wielen van kanonnen houten planken te leggen. Zo kwamen deze niet vast te zitten in de modder. 

Bron: Schrilderij uit 1629. Je ziet Maurits van Oranje met zijn leger. Na de dood van zijn vader werd hij de nieuwe stadhouder.

Hadden boeren meer of minder spullen dan jager-verzamelaars?

De Staten-Generaal 

leiden

(zitten)

Het leger en de vloot leiden

(staan)

Zitten of staan:

Wat was de functie van de stadhouder?

Hadden boeren meer of minder spullen dan jager-verzamelaars?

De Staten-Generaal 

leiden

(zitten)

Het leger en de vloot leiden

(staan)

Zitten of staan:

Wat was de functie van de stadhouder?

Hadden boeren meer of minder spullen dan jager-verzamelaars?

De Staten-Generaal 

leiden

(zitten)

Het leger en de vloot leiden

(staan)

Zitten of staan:

Wat was de functie van de raadspensionaris?

Hadden boeren meer of minder spullen dan jager-verzamelaars?

De Staten-Generaal 

leiden

(zitten)

Het leger en de vloot leiden

(staan)

Zitten of staan:

Wat was de functie van de raadspensionaris?

Staten-Generaal

1. Zeeland

2.  Holland

3. Utrecht

4. Gelderland

5. Overijssel

6. Groningen

7. Friesland

Regenten

Wat gebeurt hier? 

Welke dag is het?

Wie komen er samen?

Staten-Generaal nu

De 1e en 2e Kamer samen. Ze komen 1 keer per jaar samen op Prinsjesdag. 

Schrijf op!

Hier zitten de vertegenwoordigers van de gewesten. De afgevaardigden die met elkaar vergaderen over verschillende buitenlandse zaken of de oorlogsvoering.

Hier zitten de personen met wie de vertegenwoordiger (van het gewest die in het midden zit) overlegd over bepaalde besluiten, voordat deze genomen worden. 

Deze vlaggen zijn van de verslagen vijanden van de Republiek. Het diende als troffee van de gewonnen veldslag of zeeslag.

Vertel de leerlingen over de Ridderzaal en dat daar de Staten-Generaal bijeen kwamen om te vergaderen over buitenlandse zaken en oorlogvoering. 

De spreuk op het wapenschild: In het Latijn luidt de spreuk ‘Eendracht maakt macht’ Concordia res parvae crescunt. Letterlijk vertaalt betekent dit: ‘Eendracht doet het kleine groeien’, maar in het Nederlands klinkt het rijmende ‘Eendracht maakt macht’ een stuk beter. 

Tweede Kamer

Volksvertegenwoordiging van 150 leden. De Tweede Kamer controleert de regering en stemt over nieuwe wetten.

Schrijf op!

Eerste Kamer

In de Eerste Kamer zitten 75 leden. Zij controleren of een nieuwe wet die de Tweede Kamer heeft goedgekeurd, wel klopt. 

Schrijf op!

Adolf en Catharina

• Stap 1:
  Wat zie je op de afbeelding?
• Stap 2:
  Welke personen zie je? 
• Stap 3:
  Andere dingen die je ziet? 
• Stap 4:
  Conclusie?

Bevolking van de Republiek

Hele rijke mensen                                    Regenten

Rijke mensen                                                Handelaren, advocaten                                                                                          en notarissen

                                                                                      Ambachtslieden ,                                                                                                    met eigen winkel

Armen                                                                                 Ongeschoold

Tegelijkertijd met de leerlingen opdracht 6a invullen op blz. 14 van het werkboek (KGT) en blz. 19 (BK).

Opdrachten (wordt huiswerk)

Maak opdrachten 6, 7 en 8 (werkboek bladzijde 14-15)

Op basis van leesboek paragraaf 1.3 (bladzijde 12 en 13)

Klaar? --> Lees alvast paragraaf 1.4 (leerboek blz. 14 en 15)