Future: going to and will

Future tense, 4 manieren
1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

Future tense, 4 manieren

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Link

Hoe vorm je de toekomende tijd

to be (am/are/is) + going to + hele werkwoord
will + hele werkwoord
to be + infinitief (hele werkwoord)+ ing
present simple (hele werkwoord of werkwoord met -s)

Slide 5 - Slide

Toekomende tijd met 'will'
Will gebruik je om te zeggen dat iets in de toekomst zal gaan gebeuren. Je gebruikt will als je een vorospelling doet zonder dat je daar bewijs voor hebt of invloed op hebt. In het Nederlands gebruik je vaak zal of zullen.
It will probably rain this afternoon.

Slide 6 - Slide

Toekomende tijd met 'will'
Je gebruikt will ook als je op het moment dat je het bedenkt iets belooft, aanbiedt, besluit of aankondigt.
Je loopt naar de koelkast, ziet dat de melk op is en zegt:
"There is no milk, I will buy some later on"

Slide 7 - Slide

Let op!
Will maak je ontkennend door er won't  van te maken.
Wil je een vragende zin maken dan zet je will vooraan.
MAAR wil je een zin vragend maken en is de persoon in de zin een I of een we dan zet je shall vooraan.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link

Toekomst met 'going to'.
Going to gebruik je om te zeggen dat je iets van plan bent. Of als je (bijna) zeker weet dat iets gaat gebeuren omdat je er bewijs voor hebt.  In het Nederlands gebruik je vaak gaan.
Look at those clouds. It's going to rain.
My aunt is pregnant. She is going to have a baby.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Let op!
Bij going to maak je zinnen vragend door am / are / is vooraan de zin te zetten
Je maakt zinnen ontkennend door 'not' aan het werkwoord toe te voegen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Toekomst met present continuous
Deze pres. cont. gebruik je voor afspraken die je hebt gemaakt die nog gaan plaatsvinden. Denk aan: We are seeing Mike tonight. He is helping me with my homework this weekend. My sister isn’t playing at the concert of her band next week.

Slide 16 - Slide

Toekomst met present simple
De Present Simple kun je gebruiken voor de toekomst als je spreekt over tijdschema’s, roosters en dienstregelingen. Denk aan The train leaves in fives minutes. Classes start at nine o’clock.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

Doelen
  • Je gebruikt de vier verschillende vormen om over de toekomst te praten
  • Je snapt welke informatie nodig is om te beslissen of welke van de vier je moet gebruiken.

Slide 20 - Slide