Wanneer gebruik je een gerund?• Na werkwoorden waarmee je aangeeft wat je wel of niet leuk vindt
(like, dislike, love, hate, fancy, envy)
• Na zintuigelijke werkwoorden
(see, watch, hear, smell, feel)
• Na de specifieke werkwoorden
avoid, consider, give up, go on, keep, manage, mind, prefer, recommend, start, stop en suggest
- Na uitdrukkingen en voorzetsels
Wanneer je gebruik je to+ het hele werkwoord?• Na werkwoorden die een wens uitdrukken (wish, hope, want, dream, desire)
• Na werkwoorden die een bevel uitdrukken (demand, forbid, prohibit, allow, restrict)
• Na de specifieke werkwoorden
decide, expect, choose, hesitate, learn, refuse, manage