This lesson contains 14 slides, with text slides.
1. Ich kann Verben ( K1 ) konjugieren
2. Ich kann Modalverben/ wissen konjugieren
3. Ich kenne die Regel für müssen - sollen - kann es anwenden
4. Ich kenne die Befehlsformen und kann sie anwenden
5. Ich kenne die Redemittel von K2 /L3
6. Ich kenne die Wörter von K2 /L1- L3
Wie sagt man auf Deutsch:
1. Je moet het afval in een vuilnisbak gooien.
2. Hij wil het milieu beschermen.
3. Zij moeten zich wennen aan het weer.
4. Geef jouw adres; dan kan ik jou ophalen ( abholen).
5. Hoe zijn de openingstijden?
6. Eerst willen wij iets over het eiland en de bossen vertellen.