3.4 Wat als er geen werk is?

Hoofdstuk 3
Aan het werk!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3
Aan het werk!

Slide 1 - Slide

Terugblik paragraaf 3.3
Wat weet je nog?

Slide 2 - Open question

Paragraaf 3.4
Wat als er geen werk is?

Slide 3 - Slide

werkloos

Slide 4 - Mind map

Leerdoelen
Je leert in deze paragraaf:
  • wat ontslag is
  • wanneer iemand werkloos is
  • wat voor gevolgen werkloosheid voor iemand kan hebben
  • wat het UWV voor je kan doen als je werkloos bent
  • hoe je een lijndiagram kunt aflezen
  • Kader => hoe je een lijndiagram kunt tekenen

Slide 5 - Slide

Ontslag
Met ontslag komt er een eind aan je arbeidsovereenkomst.
  • Je kunt ontslag krijgen => bijvoorbeeld als er geen werk meer voor je is.
  • Je kunt zelf ontslag nemen => bijvoorbeeld omdat je een andere baan hebt gevonden.


Bij ontslag is er sprake van een opzegtermijn, meestal één of twee maanden.
  • Dat geldt voor de werkgever, zodat jij tijd hebt om nieuw werk te vinden.
  • Dat geldt ook voor de werknemer, zodat de werkgever tijd heeft om nieuw personeel te vinden.





Slide 6 - Slide

Zonder werk
Iemand die werkloos is, wil wel werken, maar er is geen geschikte baan te vinden.


Officieel tel je mee als werkloze wanneer je:
  • geen baan hebt
  • tussen de 15 jaar en de pensioenleeftijd bent
  • actief op zoek naar werk bent (als je regelmatig solliciteert)
  • meteen kunt beginnen als er een baan voor je is.





Slide 7 - Slide

Is er veel werkloosheid als je vaak dit soort berichten ziet?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Bram (34) zit zonder werk en wil graag aan de slag in de horeca.
Wordt deze persoon wel of niet als werkloze meegeteld?
A
Wel
B
Niet

Slide 9 - Quiz

Kysia (14) is op zoek naar een bijbaan.
Wordt deze persoon wel of niet als werkloze meegeteld?
A
Wel
B
Niet

Slide 10 - Quiz

Help, ik ben werkloos
Werkloos zijn heeft gevolgen.
Je hebt dan:
  • minder geld te besteden
  • minder regelmaat in je leven
  • geen contact met collega’s
  • het gevoel niet nuttig te zijn.







Slide 11 - Slide

Waarom kun je vaak minder kopen als je werkloos wordt?

Slide 12 - Open question

Noem een ander gevolg van werkloosheid.

Slide 13 - Open question

Sommige werklozen doen vrijwilligerswerk.
Leg uit waarom vrijwilligerswerk voor een werkloze nuttig kan zijn.

Slide 14 - Open question

Hulp bij werkloosheid
Als werkloze kun je je inschrijven bij het UWV. Deze overheidsinstelling heeft twee belangrijke taken:
  • Het UWV bepaalt of je recht hebt op een WW-uitkering. WW betekent Werkloosheidswet.
  • Het UWV helpt je bij het vinden van een baan.

Bedrijven kunnen hun vacatures bij het UWV melden. 
Als werkloze kijk je dan samen met een coach van het UWV of er een passende vacature voor je bij zit.





Slide 15 - Slide

Waarvoor kun je bij het UWV terecht? Kies de juiste antwoorden.
A
een uitkering aanvragen als je werkloos bent
B
hulp krijgen bij het vinden van een nieuwe baan
C
je inschrijven als werkzoekende
D
je baan opzeggen

Slide 16 - Quiz

WW berekenen
Janek verdiende voor zijn ontslag €1.500 bruto per maand. 

Hij heeft recht op
een WW-uitkering.

Bereken hoe hoog de uitkering is die hij in de eerste maand na ontslag krijgt.





Slide 17 - Slide

Lijndiagram
Een lijndiagram laat in één oogopslag zien hoe iets in de loop van de tijd stijgt of daalt.





Slide 18 - Slide

Kader

Slide 19 - Slide

Een lijndiagram tekenen
Zet de volgende gegevens in een lijndiagram.

 




  • Eerst maak je de verticale as:
       => bovenaan iets meer dan het grootste getal.
       => een leeg stuk onderaan mag je overslaan.
  • Op de horizontale as komen de jaren.
  • Zet een stip boven elk jaar, bij het juiste aantal.
  • Verbind de stippen met rechte lijnen.
  • Zet boven de grafiek een titel.




Slide 20 - Slide

Check leerdoelen
Je kunt nu:
  • twee manieren noemen van ontslag en uitleggen wat een opzegtermijn is (opdracht 1, 2). 
  • uitleggen wanneer je als werkloze wordt meegeteld (opdracht 3, 4, 5).
  • een lijndiagram aflezen (opdracht 6, 7).
  • vier gevolgen van werkloosheid noemen voor de werkloze zelf (opdracht 8, 9).
  • uitleggen wat het UWV voor je kan betekenen na ontslag (opdracht 10, 11, 12, 13). een lijndiagram aflezen en tekenen (opdracht 14, 15).

Slide 21 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 22 - Open question

Wat vond je moeilijk?

Slide 23 - Open question

Aan de slag
Maak nu paragraaf 3.4 =>  opdracht 1 t/m 13 op blz. 90 t/m 94.
Kader maakt ook opdracht 14 en 15 op blz. 95.

Extra: 
Samenvattingsopdracht 3.4 => blz. 98
Meer oefenen => maak de herhalingsopdrachten op blz. 100-101
Meer uitdaging => Maak de plusopdrachten op blz. 102-103
Meer praktijk => Ga naar Pincode online (SOM) => maak de keuzeopdrachten

Slide 24 - Slide