Spellingsquiz week 21

Spellingsquiz week 21
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spellingsquiz week 21

Slide 1 - Slide

Wat is de juiste spelling?
A
corona-patiënt
B
coronapatiënt
C
Coronapatiënt
D
corona patiënt

Slide 2 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
corona epidemie
B
coronaepidemie
C
Corona-epidemie
D
corona-epidemie

Slide 3 - Quiz

Wat is een viroloog?
A
Een synoniem voor arts
B
Iemand die een virus heeft
C
Iemand die een virus onderzoekt
D
Een verzamelnaam voor virussen

Slide 4 - Quiz

Wat betekent het als iemand 'positief getest is' op het coronavirus?
A
Dan heeft diegene het virus niet.
B
Dan heeft diegene het virus wel.
C
Dan is iemand wel getest, maar is de uitslag nog niet bekend.

Slide 5 - Quiz

Wat is juist? Veel mensen hebben de afgelopen tijd ...
A
videogebeld
B
video gebeld
C
gevideobeld
D
gevideobelt

Slide 6 - Quiz

Wat is 'gevideobeld'?
A
een heel werkwoord
B
een persoonsvorm
C
een onvoltooid deelwoord
D
een voltooid deelwoord

Slide 7 - Quiz

Waar of niet waar? Een voltooid deelwoord begint altijd met 'ge'.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Veel voltooid deelwoorden beginnen met 'ge', maar zeker niet alle.
videobellen - gevideobeld.
lopen - gelopen.
internetbankieren - geïnternetbankierd. (ja, echt)
Maar ook:
paardrijden - paardgereden
lesgeven - lesgegeven
ademhalen - ademgehaald

Slide 9 - Slide

Welk woord is als enige niet goed vervoegd?
A
geroerbakt
B
dubbelgevouwd
C
thuisgewerkt
D
gevideobeld

Slide 10 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van stofzuigen?
A
stofgezogen
B
stof gezogen
C
gestofzuigd
D
gestofzogen

Slide 11 - Quiz

Einde van de quiz. Goed gedaan!

Slide 12 - Slide