quiz 2.2 waarom spaar je?

Quiz Pincode 2.2 en 2.3
Waarom spaar/leen je?
Quiz Pincode 2.2 en 2.3

Waarom spaar je/leen je?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Quiz Pincode 2.2 en 2.3
Waarom spaar/leen je?
Quiz Pincode 2.2 en 2.3

Waarom spaar je/leen je?

Slide 1 - Slide

Wat is geen spaarmotief?
A
Voorzorg
B
Doel
C
Vakantie
D
Rente

Slide 2 - Quiz

Wanneer je spaart om genoeg geld te hebben, voor het geval je tijdelijk zonder inkomen zit, dan is je spaarmotief:
A
voorzorg
B
rente
C
doel

Slide 3 - Quiz

Wanneer je spaart voor een nieuwe telefoon, dan is je spaarmotief:
A
voorzorg
B
rente
C
doel

Slide 4 - Quiz

Wanneer je spaart om een nieuwe Playstation te kopen, dan is je spaarmotief:
A
voorzorg
B
rente
C
doel

Slide 5 - Quiz

Het spaarmotief is hier...
A
voorzorg
B
rente
C
doel
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 6 - Quiz

In supermarkt A kost een kilo bananen € 0,50 meer dan in supermarkt B.

Welke geldfunctie herken je?
A
Ruilmiddel
B
Spaarmiddel
C
Rekenmiddel

Slide 7 - Quiz

Welke van de 3 geldfuncties herken je in het onderstaande voorbeeld?

Yara koopt voor € 80 een tweedehands fiets.

A
Rekenmiddel
B
spaarmiddel
C
Ruilmiddel

Slide 8 - Quiz

Peter vergelijkt broeken. Dezelfde broek is bij de ene winkel € 25,- goedkoper dan bij de andere winkel
Welke geldfuncties komen hier naar voren?
A
Ruilmiddel
B
Spaarmiddel
C
Oppotmiddel
D
Rekenmiddel

Slide 9 - Quiz

Je gebruikt geld als.....................wanneer je iets koopt
A
ruilmiddel
B
rekenmiddel
C
spaarmiddel

Slide 10 - Quiz

In plaats van mijn zakgeld uit te geven, leg ik het opzij om een nieuwe telefoon te kunnen kopen.

Welke geldfunctie herken je?
A
Ruilmiddel
B
Spaarmiddel
C
Rekenmiddel

Slide 11 - Quiz

Aflossen is het terugbetalen van geleend geld.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Als je geld leent, krijgt je rente van de bank
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Door het betalen van rente wordt je schuld aan de bank lager.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Wat is rente bij lenen?
A
Een vergoeding betalen omdat je geld van de bank leent
B
Een vergoeding van de bank krijgen, omdat je geld van de bank leent
C
Meer geld dat je ter beschikking hebt
D
Een bedrag dat je moet aflossen

Slide 15 - Quiz

Welke redenen zijn er om te lenen?

Slide 16 - Open question