Fictie 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Wat verwachten wij van jou tijdens de online lessen?

Je komt op tijd in de les.
Je zet je camera in het begin even aan als de docent(e) daarom vraagt.
Je zorgt dat je de microfoon uit hebt staan.
Je hebt een actieve werkhouding.
Je zorgt dat je je spullen op orde hebt.
Je zorgt dat je je huiswerk maakt en tijdig inlevert.

Je vraagt altijd om toestemming wanneer je de les moet verlaten

Wat deden we de vorige les?

We hebben twee stukken tekst gelezen

We hebben na het lezen van de tekst het WWWW formulier ingevuld

Wat weten we nog?

Het luchtalarm, waarvoor is het?

Nadenkvragen

Wat vind jij van het luchtalarm, elke eerste maandag van de maand?

Wat gebeurt er om twaalf uur?

Hoe reageer je daarop?

Waar ben jij altijd op maandag om twaalf uur?

Hoe weet je of er dan echt iets aan de hand is?

https:

Welke uitspraak klopt?

1. Shifa is een enthousiast kickbokster
2. Lucas is een erg lui persoon
3. Nick is een geslaagde zakenman

Freek moet naar de SEH omdat hij een hoofdwond heeft, hoe komt hij hieraan?

1. Robin drukte een joint uit op zijn voorhoofd
2. Hij liep tegen het schoolhek op
3. Er viel een dode vogel op zijn hoofd

Het verhaal speelt zich af op;

1. een zonnige zondagmiddag
2. een zaterdagochtend
3. donderdagavond
4. een maandagochtend

In de proloog komt iets vreemds voor, wat is dit?

1. Lucas laat zijn jonge hond inslapen
2. Annabel schiet alle mussen van het dak
3. Shiva ziet dode vogels uit de lucht vallen

Aan de slag

Opdracht 1, LES 2, FICTIE 3

1. Lees het fragment ‘09:06 uur’ t/m ‘10:02 uur’.
   
2. Vul je formulier WWWW verder in met de nieuwe informatie die je hebt gekregen.
   
3. Na een half uur gaan we de tekst bespreken en                         krijg je hierover vragen

Maarten heeft veel interesse in het werk van een van de andere personages, wie?

1. Freek
2. Lucas
3. Shifra
4. Annabel

Annabel bezoekt haar moeder in het verzorgingstehuis. Het hoofdstuk heet 'Poef' waarom?

1. er viel een bewoner dood neer, POEF zei Annabels moeder..
2. Bij de uitgang viel een hondje dood neer, zomaar......POEF
3. Annabels moeder had nieuwe meubels gekocht, waaronder een POEF
4. Er speelden twee jongetjes oorlogje; pief, paf, POEF

Op wie lijk jij het meest in de verhaal?

Lucas is deze maandagochtend blijven liggen, maar waar wordt hij wakker van?

1. Zijn rennende zusje
2. Zijn moeder maakt hem boos wakker
3. Dode vogels vallen op het balkonnetje bij zijn slaapkamer
4. Van zijn nieuwe wekker

Voordat Robin zijn spijbelavontuur ingaat, maakt hij een tekening voor BV, waarvan?

1. klasgenoten in het gras
2. een dode muis met een vreemde vogel en een glas bier
3. de concierge

Welke plekken zijn belangrijk in dit verhaal?

Volgende keer

Gaan jullie in groepjes zelf nadenken wat er kan gaan gebeuren met de personages!

Zorg dus dat je alle teksten hebt gelezen, deze staan ook in Teams, K3A, Nederlands; bestanden!