L'adjectif possessif (klas 3)

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Le programme

1. Jeu photo voca A (chap. 1)
2. Bezittelijk voornaamwoord.
3. Zelfstandig gebruikte bezittelijke voornaamwoorden
   

C'est quoi? Écris un mot en français

C'est quoi? Écris un mot en français

C'est quoi? Écris un mot en français

C'est quoi? Écris une phrase en français

C'est quoi? Écris une phrase en français

C'est quoi? Écris une phrase en français

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) soeurs

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn/haar) amie

Zelfstandig gebruikte bez. vnw.

fais: ex 14a, p. 15 (5 min.)

Zie onderstaande zelfstandig gebruikte bezittelijke voornaamwoorden. Maak de juiste combinaties.

de mijne/die van mij

de jouwe/die van jou

die van hem/haar

la mienne

la sienne

la tienne

le tien

le mien

le sien

Zelfstandig gebruikte bez. vnw.

Zet de zelfstandig gebruikte bez. vnw in het meervoud:

	(m) (ev)	(v) (ev)	(v) (mv)	(m) (mv)
De mijne/ die van mij	le mien	la mienne
De jouwe/die van jou	le tien	la tienne
Die van hem/haar	le sien	la sienne

Zelfstandig gebruikte bez. vnw.

Bezittelijke vnw. vervangen door zelfstandig gebruikte bez. vnw.

Exemple:

C'est mon portable. C'est le mien.

Het is mijn telefoon. Het is de mijne.

Les devoirs (le 12 janvier)

Fais: 

- apprends voca B (les mots)

- ex. 14b (p.16)

- écris la note bez. vnw (ELO) dans ton cahier