This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
9.6 Preventie of Repressie
Slide 1 - Slide
Herhaling vorige les
Slide 2 - Slide
Wie bepaalt in Nederland tijdens een rechtszaak wat voor straf de verdachte krijgt als hij schuldig is?
A
De jury
B
De rechter
C
Het OM
D
De officier van justitie
Slide 3 - Quiz
Wat krijg je opgelegd als je ontoerekeningsvatbaar bent?
A
TBS
B
CBS
C
ANWB
D
Een gevangenisstraf
Slide 4 - Quiz
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
Slachtoffer
Rechter
Publiek
Bode
Parketpolitie
Griffier
OVJ
Pers
Advocaat
Getuige
Verdachte
Slide 5 - Drag question
Lees hoofdstuk 9.6 (lesboek blz. 150/151)
Slide 6 - Slide
Lesdoelen
Je kunt uitleggen welke doelen we met straffen hebben
Verschillende manieren noemen om criminaliteit te verlagen
Je kent de begrippen preventie en repressie
Slide 7 - Slide
Drie soorten straffen: hoofdstraf, bijkomende straf, maatregel
Rechters leggen in Nederland jaarlijks tussen de 100.000 en 200.000 straffen op.
Er zijn drie hoofdstraffen:
een geldboete
een gevangenisstraf
een taakstraf
Slide 8 - Slide
Bijkomende straffen of maatregel
Naast de opgelegde straf kun je ook een bijkomende straf of maatregel krijgen.
Slide 9 - Slide
Bijkomende straffen of maatregel
Naast de opgelegde straf kun je ook een bijkomende straf of maatregel krijgen.
Bijkomende straf: bijvoorbeeld een rijontzegging of beroepsverbod.
Maatregel: bijvoorbeeld tbs of een schadevergoeding aan het slachtoffer.
Slide 10 - Slide
Het doel van straffen
Straffen worden opgelegd met een doel:
Afschrikking
Verbeteren (resocialisatie= heropvoeden
De samenleving veiliger maken.
Wraak (voor de slachtoffers)
Vanuit verschillende hoeken komt er kritiek op de manier van straffen. Het is of te zwak of te hard.
Slide 11 - Slide
Preventie of repressie
Veel mensen hebben verschillende ideeën om criminaliteit aan te pakken:
Preventie: Voorkomen van het delict
Repressie: Handelen na het delict
We gaan eerst kijken naar de manier van straffen (Repressie).
Slide 12 - Slide
Repressie
Repressie: Onderdrukken. handelen na het delict.
Langere celstraf
Extra agenten
Meer geld voor justitie
Politiek: VVD, PVV en FvD.
Slide 13 - Slide
Preventie
Preventie: Het voorkomen van criminaliteit. handelen vóór het delict.
Meer toezicht
Sociale controle
Hulp aan jonge criminelen
leer- en werkstraffen
Maatregelen tegen schooluitval
Politiek: Groenlinks, Pvda en D66
Slide 14 - Slide
Helpt straffen?
''Alle veroordeelden die een celstraf hebben gekregen, gaat bijna 50% binnen twee jaar opnieuw de fout in'' (blz. 151)
Oplossing:
Opleiding en helpen aan werk
Terug in de maatschappij
Wat vindt jij?
Slide 15 - Slide
Leg met twee argumenten uit of je voor 'repressie' bent of 'preventie'
Slide 16 - Open question
Aan de slag!
Paragraaf 9.6 – Preventie of repressie
➔ Lezen p. 150 en 151 (LB)
Maken opdracht 7, 8, 9, 10 en 11 + opdracht Kijk naar hoofdstuk 5 en 9 en maak 5 goede toets vragen + antwoorden bij dit hoofdstuk. Lever deze voor de les in via ELO opdrachten.
timer
20:00
Slide 17 - Slide
Lesdoelen
Je kunt uitleggen welke doelen we met straffen hebben
Verschillende manieren noemen om criminaliteit te verlagen