R: Relevant: het doel moet in verband staan met het verpleegprobleem
U: Understandable (begrijpbaar): collega's moeten direct begrijpen war het over gaat
M: Measurable (meetbaar): vage termen zoals 'normaal gedrag' eruit filteren en deze controleerbaar maken
B: Behavioral (gedrag): een behaald doel is beter controleerbaar als de uitkomst zichtbaar is. Een doel als 'minder depressief gedrag' is lastiger dan een doel: dhr doet weer met plezier mee aan de activiteit
A: Attainable (bereikbaar): is het doel haalbaar binnen een bepaalde periode