Deutschlandquizzz

Was weißt du alles über Deutschland? 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Was weißt du alles über Deutschland? 

Slide 1 - Slide

Was ist die richtige Antwort?

Slide 2 - Slide

Wieviel Einwohner hat Deutschland ungefähr?
A
77 miljoen
B
82 miljoen
C
91 miljoen
D
103 miljoen

Slide 3 - Quiz

Was ist nicht typisch Deutsch?
A
poffertjes
B
bier
C
braadworst
D
bretzel

Slide 4 - Quiz

Welche Automarke ist Deutsch?
A
KIA
B
Mitsubishi
C
Volkswagen
D
Ford

Slide 5 - Quiz

Wieviel Nachbarländer (=buurlanden) hat Deutschland?
A
4
B
5
C
11
D
9

Slide 6 - Quiz

Wieviel Bundesländer (=provincies) hat Deutschland?
A
14
B
12
C
16
D
10

Slide 7 - Quiz

Was ist die Hauptstadt Deutschlands?

A
Köln
B
Hamburg
C
Berlin
D
München

Slide 8 - Quiz

Welche Farben hat die Deutsche Fahne? (van boven naar beneden):

A
Zwart – goud - rood
B
Zwart – rood - goud
C
Goud – rood - zwart
D
Rood – zwart - goud

Slide 9 - Quiz

Met welke munt betaalde men vroeger in Duitsland (voor de euro dus)?
A
Mark
B
Frank
C
Pond
D
Schilling

Slide 10 - Quiz

Wie heißt " de snelweg "auf Deutsch?
A
Autobahn
B
Schnellweg
C
Fahrbahn

Slide 11 - Quiz

Wie heißt dieses Gebäude?
A
der Fernsehturm
B
das Brandenburger Tor
C
der Bundestag
D
der Berliner Dom

Slide 12 - Quiz

Welche Stadt ist nicht Deutsch?
A
Stuttgart
B
Wenen
C
Aachen
D
Hamburg

Slide 13 - Quiz


Welcher Fluß fließt durch die Niederlande und auch durch Deutschland?
A
Maas
B
Donau
C
Rijn

Slide 14 - Quiz

Was ist die beste Note die man in Deutschland in der Schule bekommen kann?
A
6
B
1
C
10

Slide 15 - Quiz

Wat is de telefooncode van Duitsland?
A
+33
B
+42
C
+49
D
+52

Slide 16 - Quiz

Oktoberfest ist ………..
A
een soort Koniginnedag in heel Duitsland
B
een groot volksfeest in München.
C
een bekende carnavalsoptocht in Keulen
D
een schoolfeest

Slide 17 - Quiz

Wat betekent wer?
A
wie
B
hoe
C
wat
D
waar

Slide 18 - Quiz

De meest voorkomende Duitse achternaam is .................
A
Jansen
B
Meier
C
Schmidt
D
Müller

Slide 19 - Quiz

Was bekommt man wenn man in Deutschland eine Frikadelle bestellt?
A
een braadworst met saus
B
een soort gehaktbal
C
een broodje kroket
D
een frikandel met mayo curry en uitjes

Slide 20 - Quiz

Sleep de Duitse woorden naar de juiste kleuren.
gelb
blau
schwarz
grau
rot
grün
weiß
orange
pink
braun

Slide 21 - Drag question

Wat betekent het Duitse woordje "wie"?
A
waar
B
wie
C
wanneer
D
hoe

Slide 22 - Quiz

Wie heißt diese Frau?
A
Marine Le Pen
B
Angela Merkel
C
Alberta Braun

Slide 23 - Quiz

_______ heißt du?
A
was
B
wie
C
wo
D
wann

Slide 24 - Quiz

'bellen' bedeutet auf Deutsch: ...........
A
blaffen
B
roepen
C
schreeuwen
D
huilen

Slide 25 - Quiz

________ kommst du morgen? Um halb 10
A
wer
B
wie
C
wann
D
woher

Slide 26 - Quiz

______ kommst du? Freitag
A
wer
B
wie
C
was
D
wann

Slide 27 - Quiz

Welchen Supermarkt kennt man in Deutschland nicht?
A
ALDI
B
Jumbo
C
Edeka
D
Lidl

Slide 28 - Quiz

0

Slide 29 - Video

Was bestellt der Junge?
A
Appeltaart
B
Pepermunttaart
C
Cheescake
D
geen taart

Slide 30 - Quiz

0

Slide 31 - Video

Was bedeutet Guten Appetit?
A
goed gekozen
B
eet smakelijk
C
veel plezier

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide