5.3 Bijna een atoomoorlog (deel 1)

Koude Oorlog
1 / 24
next
Slide 1: Mind map
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Koude Oorlog

Slide 1 - Mind map

Par. 5.3. Bijna een atoomoorlog.

Slide 2 - Slide

Lesdoelen 5.3 (deel 1)
  • Ik kan de invloed van de wapenwedloop op het dagelijks leven uitleggen
  • Ik kan uitleggen hoe wederzijdse afschrikking ervoor zorgde dat er geen kernoorlog uitbrak 
  • Ik kan de volgende begrippen uitleggen:
> kernmachten
> kernwapens
> wapenwedloop
> wederzijdse afschrikking

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Thema muziekclip

Slide 5 - Mind map

Little Boy - Hiroshima

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Aantal nucleaire wapens

Slide 9 - Slide

Welk land had de eerste atoombom?
A
VS
B
SU

Slide 10 - Quiz

Welke gebeurtenis vond als eerste plaats?
A
NAVO
B
Marshallplan
C
Atoombom Hiroshima
D
Blokkade van Berlijn

Slide 11 - Quiz

WAPENWEDLOOP

-Beide landen hebben veel kernwapens

-Er ontstaat een wapenwedloop ( soort wedstrijd en dreiging wie de meeste wapens heeft)


- Kans op totale vernietiging en dus wederzijdse afschrikking


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Leg in je eigen woorden het begrip wederzijdse afschrikking uit

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Video

Wat vind je er van dat ze dit filmpje aan schoolkinderen lieten zien? Leg uit!

Slide 16 - Open question

Maken WB 5.3
Zie studieplanner Its learning!

Slide 17 - Slide



Welke uitspraak past bij het begrip 'wederzijdse afschrikking'?
A
Het land dat de meeste atoomwapens bezit wint een oorlog.
B
Atoomwapens hebben ervoor gezorgd dat de VS Japan heeft verslagen.
C
De Koude Oorlog is nooit een echte oorlog geworden, omdat de VS en de Sovjet-Unie wisten dat een atoomoorlog door niemand kon worden gewonnen.
D
De VS en de Sovjet-Unie durfden elkaar niet aan te vallen, omdat ze evenveel bondgenoten hadden.

Slide 18 - Quiz

Hoe noemen we landen met kernwapens?
A
nucleair tijdperk
B
wederzijdse afschrikking
C
bondgenoten
D
kernmachten

Slide 19 - Quiz


Welke beschrijving hoort bij de prent?
A
Door de afnemende wapenwedloop ontstond de Koude Oorlog.
B
Door de bestaande vijandbeelden ontstond een wapenwedloop die niet te stoppen was.
C
Door de nieuwe vijandbeelden kwam er een einde aan de wapenwedloop.
D
Door de toenemende wapenwedloop kwam er een einde aan de Koude Oorlog.

Slide 20 - Quiz

Hoe kun je de wapenwedloop tijdens de Koude Oorlog typeren ?
A
De Sovjet-Unie had echt nucleaire raketten. De VS dreigde er alleen maar mee.
B
Er vielen veel doden door raketaanvallen over en weer.
C
Er werd veel gevochten in de koude streken van de Sovjet Unie, vandaar 'koude' oorlog.
D
Er werden veel nucleaire wapens gemaakt, maar niet gebruikt.

Slide 21 - Quiz

Bij de Koude Oorlog hoort de wapenwedloop. Wat klopt niet?
A
steeds meer en betere wapens
B
wederzijdse afschrikking
C
beide supermachten hadden kernwapens
D
VS en USSR gebruiken bij spionage chemische "wapens

Slide 22 - Quiz

Tijd na de uitvinding van de atoombom noemen we
A
wapenwedloop
B
kernwapens
C
nucleair tijdperk
D
kernmachten

Slide 23 - Quiz

Lesdoelen 5.3 (deel 1)
  • Ik kan de invloed van de wapenwedloop op het dagelijks leven uitleggen
  • Ik kan uitleggen hoe wederzijdse afschrikking ervoor zorgde dat er geen kernoorlog uitbrak 
  • Ik kan de volgende begrippen uitleggen:
> kernmachten
> kernwapens
> wapenwedloop
> wederzijdse afschrikking

Slide 24 - Slide