What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
De middeleeuwen
V1E - Donderdag 25 april
Nodig:
- Schrift
- Etui
- Leerboek blz. 124
1 / 47
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
47 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
V1E - Donderdag 25 april
Nodig:
- Schrift
- Etui
- Leerboek blz. 124
Slide 1 - Slide
Deze les:
Bronnenopdracht blz 124
6.4 Opkomst van nationale staten
Be
Slide 2 - Slide
Bronnen beoordelen p. 124
(alleen over bron 1)
In duo's op FLUISTERTOON
Slide 3 - Slide
§6.4 'De opkomst van nationale staten'
Slide 4 - Slide
Nationalisme
Het
gevoel
van saamhorigheid in een groep mensen (die samen één bevlking van een land zijn) =
nationalisme
Een staat (land) waarin de bevolking dit gevoel heeft =
nationale staten
of
naties
.
Slide 5 - Slide
Voel jij je een
Nederlander of.... ?
Slide 6 - Mind map
Oorzaken ontstaan naties
Mensen merkten meer van het nationale bestuur.
Bijvoorbeeld:
- Landelijke belastingen
- Landelijk leger
- Veiligheid op wegen en steden
GEVOLG = mensen merkten dat de koningen machter waren dan hun leenman.
Slide 7 - Slide
Oorzaken ontstaan naties
2. Gemeenschappelijk belangen onder de bevolking van een land
Bijvoorbeeld:
- Vechten tegen de koning
- Vechten tegen andere naties.
GEVOLG = mensen willen dezelde dingen, dus meer een gevoel van saamhorigheid.
Slide 8 - Slide
Oorzaken ontstaan naties
3. Mensen gingen dezelfde taal gespreken
Bijvoorbeeld:
- Bij de handel
- Bij het besuur van het land
GEVOLG = mensen konden gemakkelijker contact leggen en meer een gevoel van saamhoorigheid
Slide 9 - Slide
Oorzaken ontstaan naties
4. Gemeenschappelijke ervaringen
Bijvoorbeeld:
- Samen oorlog voeren
- Samen in opstand komen
GEVOLG = mensen moesten samenwerken. Daarnaast kregen zijn gemeenschappelijke ervaringen en herinneringen.
Slide 10 - Slide
Bijvoorbeeld Engeland
Vechten tegen de koning
Koning wilde macht uitbreidden.
Adel, geestelijken en rijke burgers gaan samen werken.
De koning verloor.
Er kwam een parlement. De koning moest met dit parlement overleggen als hij de belasting wilde verhogen.
Dit stond in de Magna Carta (1215)
Slide 11 - Slide
Bijvoorbeeld Frankrijk
Oorlog tegen een andere natie
De honderdjarige oorlog (1337 - 1453)
Frankrijk tegen Engeland.
Franse koning dood... Wie is de opvolger?
Engelsen verliezen
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
De Middeleeuwen
De middeleeuwen
Quiz
Slide 14 - Slide
Wat is ketterij?
A
Slide 15 - Quiz
Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Gilde
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer
Slide 16 - Quiz
Een ambacht is een beroep waarbij je dingen met je handen maakt
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quiz
In de stadsrechten stond dat de stad:
A
Een eigen stadsbestuur kreeg
B
Een muur mocht bouwen om de stad
C
Dat alle burgers vrije mensen waren
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 18 - Quiz
Een timmerman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Een boer is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
Een gilde was in de middeleeuwen een vereniging van mensen met hetzelfde beroep
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
Wat deed een gilde allemaal?
A
Gilde controleerde de kwaliteit van producten
B
Gilde bepaalde de prijs van producten
C
Leden van een Gilde hielpen elkaar bij ziekte
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 22 - Quiz
De meeste mensen in de middeleeuwen waren analfabeet (ze konden niet lezen en schrijven)
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quiz
Sleep naar de goede plek in de Middeleeuwse stad
Markt
Stadspoort
Stadsmuur
Kerk
Koopmanshuis
Slide 24 - Drag question
In het hofstelsel:
A
geeft de heer bescherming aan de horige
B
moesten horigen herendiensten verrichten
C
geeft de horige een deel van de opbrengst van het land aan de heer
D
helpt de heer de horige op het land tijdens de oogsttijd
Slide 25 - Quiz
Wie bedoelen we met heidenen?
A
Mensen die geloven in het christendom.
B
Monniken
C
Mensen die niet in het christendom geloofden.
D
Horigen die moeten luisteren naar de heer.
Slide 26 - Quiz
Welke godsdienst is ouder?
A
christendom
B
islam
Slide 27 - Quiz
Zet de onderstaande ontwikkelingen in de juiste volgorde!
Verbeteringen in de landbouw
Ontstaan voedseloverschotten
Bevolkingsgroei en specialisatie
Toename handel
Ontstaan markten
Ontstaan steden
Slide 28 - Drag question
De hoogste sociale laag in een middeleeuwse stad waren de rijke kooplieden en ambachtslieden
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quiz
De laagste sociale laag in een middeleeuwse stad waren arme arbeiders
A
Juist
B
Onjuist
Slide 30 - Quiz
Heren verkochten stadsrechten omdat ze het geld hard nodig hadden voor hun leger
A
Juist
B
Onjuist
Slide 31 - Quiz
Quiz H6
Slide 32 - Slide
Wat was het hofstelsel in de middeleeuwen?
A
Een systeem waarbij de grond verdeeld was in domeinen die bewoond en bewerkt werden door heren en boeren
B
Een systeem waarbij de adel de baas was over alle domeinen in het land
C
Een systeem waarbij de koning de baas was over alle domeinen in het land
D
Een systeem waarbij de boeren zelf mochten kiezen op welk stuk land ze wilden werken
Slide 33 - Quiz
Wat is feodalisme?
A
Een middeleeuws systeem waarbij de geestelijkheid de baas was over de boeren en de adel
B
Een middeleeuws systeem waarbij de burgers meer rechten hadden dan de edelen
C
Een middeleeuwse vorm van bestuur waarbij de koning grond uitleende aan de adel in ruil voor hulp met bestuur en leger
D
Een middeleeuws systeem waarbij de boeren verplicht waren te werken op het land van de koning
Slide 34 - Quiz
Wat was de derde stand in de middeleeuwse standensamenleving?
A
Adel
B
Geestelijkheid
C
Koningen
D
Boeren en burgers
Slide 35 - Quiz
Wie hielpen de koning met het bestuur en voerden oorlog voor hem in de middeleeuwen?
A
Geestelijkheid
B
Koningen
C
Adel
D
Boeren en burgers
Slide 36 - Quiz
Wat is een vazal?
A
Een geestelijke of edelman die bij de koning in dienst was
B
Een middeleeuws gebouw waarin geestelijken wonen
C
Een middeleeuwse vorm van bestuur waarbij de koning grond uitleende aan de adel die hem in ruil hielp met het leger
D
Een middeleeuwse term voor een gepachte boerderij
Slide 37 - Quiz
Wie was de keizer van het Frankische Rijk in het jaar 800?
A
Filips II
B
Karel de Grote
C
Willem de Veroveraar
D
Karel V
Slide 38 - Quiz
Wat is een ridder?
A
Een boer die verplicht woont en werkt op een stuk land dat eigendom is van een heer.
B
Een klusjesman die herendiensten doet voor de heer.
C
Een bewoner van een kasteel.
D
Een gewapende ruiter met een adellijke titel die werkte als zwaarbewapende krijgsman voor een heer.
Slide 39 - Quiz
Wat is het drieslagstelsel?
A
Een landbouwmethode waarbij de grond in drie delen werd opgesplitst, waarbij elk stuk grond jaarlijks wisselend gebruikt werd.
B
Een tijdverdrijf waarbij ridders met elkaar in gevecht gingen voor roem en eer.
C
Een klus die horigen deden voor hun heer.
D
Een systeem waarbij de grond verdeeld was in domeinen die bewoond en bewerkt werden door heren en boeren.
Slide 40 - Quiz
Wat is een horige?
A
Een gewapende ruiter met een adellijke titel.
B
Een boer die verplicht woont en werkt op een stuk land dat eigendom is van een heer.
C
Een klusjesman die herendiensten doet.
D
Een boer die zijn eigen land bezit.
Slide 41 - Quiz
Wat is een vroonhof?
A
Het huis van een heer.
B
De woonplaats van een ridder.
C
Een zelfvoorzienend landbouwgebied.
D
Een gebied waarover een boer de baas is.
Slide 42 - Quiz
Wat was een nadeel van het leenstelsel?
A
Hertogen en graven begonnen het gebied als hun eigen bezit te zien.
B
De koning kon niet precies weten wat er overal gebeurde.
C
De eed van trouw was niet betrouwbaar.
D
Het gezag en het gebied van een leenman werd erfelijk.
Slide 43 - Quiz
Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.
Is deze uitspraak goed of fout?
De man helemaal links op de afbeelding is Karel de Grote.
A
Goed
B
Fout
Slide 44 - Quiz
Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.
Is deze uitspraak goed of fout?
Karel de Grote wordt nu de leenheer van de leenman
A
Goed
B
Fout
Slide 45 - Quiz
Feodalisme / leenstelsel
Hofstelsel
Horigen
Domein
Herediensten
Politiek
Leenheer
Trouw / macht
Vrije boeren
Slide 46 - Drag question
Wat was geen geestelijke?
A
Non
B
Abt
C
Pastoor
D
Vazal
Slide 47 - Quiz
More lessons like this
les 8. 6.4 nationale staten
April 2024
- Lesson with
11 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
les 8. 6.4 nationale staten
June 2023
- Lesson with
11 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
les ag1a 6.4
June 2023
- Lesson with
11 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
De koning en zijn leenmannen
November 2020
- Lesson with
26 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Geschiedenisleraar.nl
De koning en zijn leenmannen
March 2019
- Lesson with
26 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Geschiedenisleraar.nl
De koning en zijn leenmannen
March 2017
- Lesson with
26 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Geschiedenisleraar.nl
De koning en zijn leenmannen
May 2019
- Lesson with
26 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Geschiedenisleraar.nl
1A1 - 19 juni
June 2020
- Lesson with
11 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1