This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Nederlands
11 januari 2024
Slide 1 - Slide
Vandaag
Herhaling meer dan lezen
Korte uitleg
Aan de slag
Slide 2 - Slide
Welke woordraadstrategieën ken je?
Slide 3 - Mind map
Na oriënterend lezen kun je het ... bepalen
A
Onderwerp
B
Persoonsvorm
C
Hoofdgedachte
D
Deelonderwerpen
Slide 4 - Quiz
Na globaal lezen kun je ... bepalen
A
Onderwerp
B
Tekstdoel
C
Hoofdgedachte
D
Deelonderwerpen
Slide 5 - Quiz
Na precies lezen kun je ... bepalen
A
Onderwerp
B
Tussenkopjes
C
Hoofdgedachte
D
Deelonderwerpen
Slide 6 - Quiz
Boekenkast is een ...
A
Samenstelling
B
Afleiding
C
Woord uit een andere taal
Slide 7 - Quiz
Spaarzaam is een ...
A
Samenstelling
B
Afleiding
C
Woord uit een andere taal
Slide 8 - Quiz
Trottoir is een ...
A
Samenstelling
B
Afleiding
C
Woord uit een andere taal
Slide 9 - Quiz
De woorden: bijvoorbeeld, zo, op deze manier, als, zoals, denk aan, neem nou en neem bijvoorbeeld zijn signaalwoorden van ... verband.
A
Tegenstellend
B
Chronologisch
C
Opsommend
D
Toelichtend
Slide 10 - Quiz
De woorden: vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, uiteindelijk, nadat, terwijl, dadelijk, intussen en jaartallen zijn signaalwoorden van ... verband.
A
Tegenstellend
B
Chronologisch
C
Opsommend
D
Toelichtend
Slide 11 - Quiz
De woorden: tegenover, maar, hoewel, echter, toch, daarentegen, aan de ene kant, aan de andere kant zijn signaalwoorden van ... verband.
A
Tegenstellend
B
Chronologisch
C
Opsommend
D
Toelichtend
Slide 12 - Quiz
De woorden: ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), en, daarnaast, verder, ten slotte en dubbele puntjes (:), liggende streepjes (-), getallen (1,2,3) of bullets zijn signaalwoorden van ... verband.