7. Stunde:7/2 regel

1 / 32
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Der Wolf in Deutschland

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lasst uns über
Grammatik 
keuzevoorzetsels


sprechen.

Slide 4 - Slide

Keuzevoorzetsels


Jullie weten dat er voorzetsels zijn die een derde naamval krijgen en voorzetsel met een vierde naamval. We gaan hier nog een groep aan toevoegen.
 

Slide 5 - Slide


Slide 6 - Slide

Voor
naast
aan
achter
in
onder
op
boven, over
tussen

Slide 7 - Drag question

DATIV (3e naamval)

je krijgt een antwoord op de vraag : wo? (=waar)

                                                                                       wann? (=wanneer)


ERGENS ZIJN (Als je op één plek blijft wordt het 3e naamval.)


Slide 8 - Slide

Akkusativ (4e naamval)

je krijgt een antwoord op de vraag: wohin?(=waarheen)


ERGENS KOMEN (Bij een verplaatsing wordt het 4e naamval.)

Slide 9 - Slide

Nu zelf oefenen

Slide 10 - Slide

Was steht auf ------- Tisch (m)?
A
dem
B
der
C
den
D
des

Slide 11 - Quiz

Ich springe in d ----- Wasser (o).
A
dem
B
das
C
den
D
der

Slide 12 - Quiz

Das Hallenbad lag hinder d----- Schule (v).
A
die
B
das
C
der
D
des

Slide 13 - Quiz

Sie setzte sich neben mein..... Schwester (v).
A
meine
B
meinem
C
meiner
D
meines

Slide 14 - Quiz

Ich wohne in ein----- Hochhaus (o)
A
ein
B
einem
C
einen
D
einer

Slide 15 - Quiz

Das Gemälde hängt über d---- Tür (v).

Slide 16 - Open question

Seine Schuhe stehen unter sein----- Bett (o).

Slide 17 - Open question

Das Kind stand zwischen d----- Eltern (mv).

Slide 18 - Open question

Das Buch lag vor ihm auf d----- Tisch

Slide 19 - Open question

Sie wohnt in d----- Schweiz (v).

Slide 20 - Open question

Ich auntworte nicht auf d----- Frage (v).
A
diese
B
diesem
C
dieser
D
diesen

Slide 21 - Quiz

Werden wir noch über dies----- Problem (o) sprechen?

Slide 22 - Open question

Hast du keine Angst vor ein----- Gewitter

Slide 23 - Open question

S. 104

Slide 24 - Slide

Die 7/2 Regel!!
Als je op één plek blijkft wordt het 3e naamval.
Bij een verplaatsing wordt het 4e naamval.
Als dit beide niet van toepassing is heb je de '7/2 regel'.

Slide 25 - Slide

7/2 regel
Wo? Wann? Wohin?=geen antwoord?
7=an, hinter, neben , vor, unter, zwischen, in --> 3e naamval
2= auf, über--> 4e naamval

Ich warte auf meine Mutter.
Der Vater ist stolz auf seinen Sohn.
Er weiß sehr viel über mich. 
 
timer
2:00

Slide 26 - Slide

Step by step naamvallen
Stap 1
der-groep
A
ein-groep
B
persoonlijk voornaamwoord
C -> stap 3
Stap 2
zelfstandig naamwoord: m/ v/ o/ mv
Stap 3
voorzetsel? JA
schema naamval
voorzetsel? Nee
ontleden
Stap 4
schema naamval
S. 164

Slide 27 - Slide

S. 105

Slide 28 - Slide

Übung
Seite 152 Nummer 2 und 3


Slide 29 - Slide

S. 152 Nr 2

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide