V6 P1 W5 speaking skills & reading
Amal Cerisse
Dikra Elif
Jian Yi Jiaqi
Kechen Maryam
Meryam Oumaima
Qi Qi Ricardo
Romaisa Sarah
Yasmin
teacher
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6
This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Amal Cerisse
Dikra Elif
Jian Yi Jiaqi
Kechen Maryam
Meryam Oumaima
Qi Qi Ricardo
Romaisa Sarah
Yasmin
teacher
Slide 1 - Slide
Basic rules
- We do our work when we should
- We are silent during explanations and raise our hands for questions
- Our phone is in our "zakkie" in our bag
- We don't eat, drink, or chew gum in class
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Learning goals
- I can describe words when I can't think of the correct word for the context.
- I can answer questions about a C1 text.
Slide 4 - Slide
Get into groups of 4
Slide 5 - Slide
30 seconds
Describe the words on the card to your team without using the word or parts of the word itself.
You have to speak English the entire time.
Every correctly guessed word earns your team a point.
timer
0:30
Slide 6 - Slide
Vraagsoorten
- Meerkeuzevraag
- Beweringenvraag
- Open vraag
- Gatenvraag
Slide 7 - Slide
Meerkeuzevraag: Stappenplan
Lees de vraag, niet de antwoorden! Staat er nuttige informatie in de vraag?
In het voorbeeld hiernaast zie je dat je moet kijken in paragrafen 1 en 2.
Verder staat er het woord relate in de vraag. We moeten dus op zoek naar een signaalwoord en uitzoeken om welk tekstverband het gaat.
Slide 8 - Slide
Stappenplan
Allereerst markeren we het stuk tekst waar we moeten zoeken.
Dan strepen we de zoektermen aan waar we mee gaan werken. Denk hierbij aan:
- Namen, plaatsen
- Alles wat je in een cijfer kunt uitdrukken (de meerderheid), en tijdsaanduidingen (vandaag de dag)
- Internationale woorden (discriminatie, autoriteit)
Bij stelling 1 zouden we bijvoorbeeld 'te warm' (meetbare temperatuur) en 'tegenwoordig' (tijdsaanduiding) kunnen markeren.
Zoek naar signaalwoorden. Daar staat het antwoord in de buurt!
Slide 9 - Slide
Stappenplan: Signaal-/functiewoorden
- Lees de zin voor de gap (eventueel iets meer dan 1 zin). Lees ook de zin na de gap.
- Probeer te zien welk tekstverband er tussen deze twee zinnen zit.
- Zoek daar je antwoord op uit.
- Werkt dit niet, kijk dan naar de antwoorden : Zit er een antwoord voor voorbeeld bij? Grote kans dat dat het juiste antwoord is. Anders mogelijk tegenstelling of opssomming.
- Werkt dit ook niet, vertaal de zinnetjes dan en kijk of een van de antwoordopties logisch klinkt.
Slide 10 - Slide
"Echte" gatenvragen
- Lees de zin voor de gap (eventueel iets meer dan 1 zin). Lees ook de zin na de gap.
- Kijk of in die zinnen signaalwoorden staan, liefst in de buurt van de gap.
- Nog niet genoeg? Kijk of je een tegenstelling van een positieve zin en een negatieve zin kunt vinden.
- Nog niet genoeg? Kijk of er een tegenstelling in de antwoorden te vinden is, bv. tussen A en B.
- Nog niet genoeg? Kies het antwoord dat het dichtst bij het onderwerp van de tekst ligt.
Slide 11 - Slide
Open vragen
Bij een open vraag is het belangrijk dat je de tijd neemt om de vraag goed te lezen.
De vraag zegt namelijk vaak al waar je moet zoeken en waar je op moet letten.
Daarnaast staat er ook hoe je het antwoord moet opschrijven, bijvoorbeeld door te citeren, of met een of twee woorden, of in Nederlands.
Slide 12 - Slide
Let's practice!
let's go through an exam text step by step.
Slide 13 - Slide
Ter conclusie
Om een voldoende te halen moet je woordjes kennen
Weet wat CITO van je vraagt en je kunt genoeg vragen goed beantwoorden.
Oefening baart kunst
Signaalwoorden, signaalwoorden, signaalwoorden!!!
