In alinea 1 staat dat de auteurs van het boek Abundance iets over het hoofd zien. Wat zien zij volgens de auteur van de tekst over het hoofd?
A
dat de hoeveelheid vrije tijd afneemt ondanks de technologische vooruitgang
B
dat er nieuwe tekorten zullen ontstaan door de groeiende efficiency
C
dat het ontbreken van schaarsten gevolgen heeft voor de economie
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMBOStudiejaar 2
This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
In alinea 1 staat dat de auteurs van het boek Abundance iets over het hoofd zien. Wat zien zij volgens de auteur van de tekst over het hoofd?
A
dat de hoeveelheid vrije tijd afneemt ondanks de technologische vooruitgang
B
dat er nieuwe tekorten zullen ontstaan door de groeiende efficiency
C
dat het ontbreken van schaarsten gevolgen heeft voor de economie
Slide 1 - Quiz
In alinea 3 staat: "Dat zorgt op allerlei vlakken voor overvloed." Waarnaar verwijst het woord "Dat"?
A
de opmars van 3D-printers
B
de snelle ontwikkeling van de technologie
C
de stijging van de levensstandaard van mensen
Slide 2 - Quiz
Het eerste deel van de tekst gaat over de visie van de auteurs van het boek Abundance. Wat is de relatie tussen het eerste en het tweede deel van de tekst? Het tweede deel
A
beschrijft de gevolgen van deze visie.
B
geeft een conclusie bij deze visie.
C
weerlegt de argumenten bij deze visie.
Slide 3 - Quiz
Wat is de relatie tussen alinea 4 en alinea 5?
A
Alinea 5 geeft een conclusie bij alinea 4.
B
Alinea 5 geeft een onderbouwing van alinea 4.
C
Alinea 5 geeft een tegenstelling bij alinea 4.
Slide 4 - Quiz
Waarin verschilt de nieuwe economie van de zero-sum game-economie?
A
In de nieuwe economie is de waarde van het ruilmiddel groter.
B
In de nieuwe economie is geen sprake meer van waardes ruilen.
C
In de nieuwe economie kun je een ruilmiddel eenmalig inzetten.
Slide 5 - Quiz
In alinea 6 staat: "Het boek van Diamandis en Kotler ademt een kolossaal optimisme." Wat doet de auteur met deze uitspraak?
A
Hij enthousiasmeert de lezer.
B
Hij overtuigt de lezer.
C
Hij waarschuwt de lezer.
Slide 6 - Quiz
Wat is de relatie tussen alinea 7 en 8? In alinea 8 geeft de auteur
A
een aanvulling op wat in alinea 7 wordt gezegd.
B
een conclusie bij wat in alinea 7 wordt gezegd.
C
een tegenstelling met wat in alinea 7 wordt gezegd.
Slide 7 - Quiz
In alinea 8 staat: "Lang leven zonder echt iets te doen te hebben, dat is de toekomst." Wat is de functie van deze uitspraak? Dit is
A
een aanbeveling.
B
een argument.
C
een conclusie.
Slide 8 - Quiz
Aan het beantwoorden van welke vraag besteedt de auteur in alinea 7 de meeste aandacht?
A
Als bijna alle goederen gratis zijn, blijft de huidige economie dan wel bestaan?
B
Als de technologie zich zo snel ontwikkelt, zijn er dan nog wel specialisten nodig?
C
Als schaarste niet meer voorkomt, zijn diensten dan nog wel iets waard?
Slide 9 - Quiz
Wat presenteert de auteur hier?
A
een argument
B
een feit
C
een mening
Slide 10 - Quiz
In alinea 11 neemt de auteur het volgende standpunt in: "Waarde creëren zit ons in het bloed." Welk argument gebruikt de auteur om het standpunt te onderbouwen?
A
"De mens is niet goed in luieren."
B
"Nu verdienen deze lieden een goede boterham, tot we iets nieuws verzinnen."
C
"Overvloed zetten we om in nieuwe schaarste."
Slide 11 - Quiz
De auteur geeft een betrouwbaar beeld van de inhoud van het boek Abundance. Waar blijkt dat uit?
A
De auteur bespreekt eerst de visie van de auteurs van het boek voordat hij zijn bedenkingen er tegenoverstelt.
B
De auteur ondersteunt zijn standpunten ten opzichte van de visie van de auteurs van het boek met onderzoeksresultaten.
C
De auteur laat verschillende deskundigen aan het woord over de visie van de auteurs van het boek.