A3. Geld en Maatschappij

A3. Geld en Maatschappij
Examenvoorbereiding BOSL
2024
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

A3. Geld en Maatschappij
Examenvoorbereiding BOSL
2024

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Directe ruil en 
indirecte ruil

Goederen tegen goederen ruilen = directe ruil.

Geld tegen een product  'ruilen' = indirecte ruil.
Directe ruil

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Functies van geld
  • Ruilmiddel: je gebruikt geld om iets te kopen 

  • Rekenmiddel: je vergelijkt prijzen met elkaar 

  • Spaarmiddel: je spaart je geld om uit te geven op een later moment 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Chartaal vs giraal geld
Chartaal geld:                                         Giraal geld:





Munten & bankbiljetten                     Betaalrekening & bankrekening 
= contant geld/cash                            

Slide 4 - Slide

Ander woord voor betaalrekening & bankrekening is een lopende rekening of rekening courant.
Debet en Credit saldo 
Negatief saldo (rood staan) = debetsaldo 
Positief saldo = creditsaldo

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Productiefactoren
Alles wat je nodig hebt om te produceren                                         , kun je indelen in de volgende productiefactoren:
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Inkomensvormen 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Lorenzcurve
De Lorenzcurve geeft inkomensongelijkheid aan.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Spaarmotieven/ redenen om te sparen:

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Leenmotieven

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Soorten leningen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Koop of afbetaling

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Huurkoop en leasing
Huurkoop: eigenaar na betaling laatste termijn
Leasing: huur van duurzaam gebruiksgoed over langere tijd

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Kredietkosten
kredietkosten




Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Vragers en aanbieders van werk

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Budgetplan

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Soorten uitgaven
uitleg: 
regelmatig met wisselend bedrag 
vast moment, vast bedrag 
uitgaven die je soms doet, vaak groot bedrag
Soorten Uitgaven:
Dagelijkse uitgaven

Vaste lasten

Incidentele uitgaven

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld afschrijvingskosten berekenen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Negatieve externe effecten
Denk aan de overlast (herrie, vervuiling) van vliegverkeer: 
de passagiers betalen alleen voor de vlucht zelf (gebruik vliegtuig, kerosine, personeel, enz) en dus NIET voor deze negatieve externe effecten.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Positieve externe effecten
Voorbeeld van positieve externe effecten is vaccinatie voor besmettelijke ziekten. Niet alleen degene die wordt ingeënt profiteert, maar de hele samenleving. 


Slide 20 - Slide

This item has no instructions