4.1 - Wapengeweld wereldwijd

1 / 41
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

4.1: Wapengeweld wereldwijd

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Vragen over vaardigheden (dimensies en schaalniveaus?)
  • Uitleg par 4.1
  • HW

Slide 3 - Slide

Maken 
werkboek blz. 72 vraag 1,2,3
Je krijgt hier 10 min. de tijd voor

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet waar gewapende conflicten in de wereld voorkomen.
  • Je begrijpt waardoor binnenlandse conflicten kunnen ontstaan. 
  • Je kunt samenhangen over conflicten ontdekken tussen atlaskaarten en met andere gegevens. 

Slide 5 - Slide

Waar denk je aan bij het woord "conflicten"

Slide 6 - Mind map

Noem gebieden waar de laatste jaren conflicten zijn geweest

Slide 7 - Mind map

Noem oorzaken van conflicten

Slide 8 - Mind map

Gewapend conflict: een conflict waarbij
jaarlijks 25 doden of meer vallen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Bron 5

Slide 11 - Slide

3 typen gewapende conflicten
Internationaal conflict 
-> tussen staten 
* Irak oorlog, 2e WO, Rusland-Oekraine
binnenlandsconflict  
-> blijven meestal binnen de grenzen van 1 land 
* IRA, Farc 
Kan een regionaal conflict worden 
geïnternationaliseerde conflicten
-> andere landen bemoeien zich met de situatie  V.b Syrië 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

De oorlog tussen de VS en Al Qaida is een
A
Staatkundig conflict
B
Internationaal conflict
C
Burgeroorlog
D
Regionaal conflict

Slide 16 - Quiz

conflicten zijn moeilijk te begrijpen
Belangrijke begrippen
Territorium = woongebied volk
Staat = Gebied met internationaal erkende grens
Volk = Groep mensen die taal, geloof of gemeenschappelijke geschiedenis delen. 
Etniciteit = Identiteit van een volk 

Staten hebben recht op:  soevereiniteit/zelfbeschikking (regels)

Slide 17 - Slide

Een gewapend conflict is een aanhoudende strijd waarbij jaarlijks
A
15 doden vallen
B
25 doden vallen
C
50 doden vallen
D
100 doden vallen.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

GB 87A
https://nos.nl/artikel/2422255-spannend-welke-kant-corsica-opgaat-na-dood-van-gevangen-separatist

Slide 20 - Slide

Een volk kenmerkt zich door:
A
Hetzelfde territorium te bewonen
B
Binnen één staat te bestaan
C
Dezelfde taal, godsdienst en geschiedenis
D
Een nationalistisch karakter

Slide 21 - Quiz

er zijn meer volkeren dan staten, deze volkeren hebben eigen belangen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Wat is een voorbeeld van een intern conflict?
A
De strijd tussen Pakistan en India
B
De opstanden in Catalonië
C
De strijd tegen ISIS
D
WO II

Slide 26 - Quiz

Onafhankelijkheidsstreven
Separatisme: als een bevolkingsgroep het door hen bewoonde gebied los wil maken van het land waarin ze wonen

- voelen geen band met dominante cultuur
- eigen geschiedenis, sterke identiteit
- afscheidingsbewegingen

Slide 27 - Slide

seperatisme 
de wens van een volk om zich af te scheiden van een staat

Slide 28 - Slide

nationalisme 
Een volk streeft naar onafhankelijkheid en het stichten van een eigen staat

Slide 29 - Slide

regionalisme
Een volk houdt, binnen een staat, sterk vast aan de eigen geschiedenis en cultuur. Bûter, brea en griene tsiis, wat'dat net sizze kin is gjin oprjochte Fries (Boter, brood en groene kaas, wie dat niet zeggen kan is geen echte Fries).
Bûter, brea en griene tsiis, wat'dat net sizze kin is gjin oprjochte Fries (Boter, brood en groene kaas, wie dat niet zeggen kan is geen echte Fries).

Slide 30 - Slide

Hoe noem je een gebied waarbinnen een volk woont zonder officiële grenzen?
A
Enclave
B
Staat
C
Territorium
D
Strook

Slide 31 - Quiz

Een intern conflict is meestal een
A
Regionaal conflict
B
Territorium Conflict
C
Burgeroorlog
D
Wereldoorlog

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Link

Staat en territorium vallen samen
In de staat leeft een minderheid met een eigen territorium
In verschillende staten woont een minderheid met banden met een andere staat. De minderheid woont verspreid in de staten.
Het territorium van het volk is groter dan de staat. 
Het territorium valt in meerdere staten. In elke staat is het volk een minderheid. 

Slide 35 - Drag question

nog vragen?
A
ja
B
nee

Slide 36 - Quiz

Stel hier jouw vraag

Slide 37 - Open question

Wat hoort bij wat?        
Internationaal conflict
Burgeroorlog
Regionaal conflict
Amerika valt Noord-Korea aan
IS is actief in Irak en Syrië
In Libië probeert men de regering om te leggen
Rusland verovert een deel van Georgië
In Colombia schiet het leger op demonstranten
De Mexicaanse drugsoorlog leidt tot spanningen in Texas
Oorlog in een buurland heeft invloed over de grens. Hier zijn dan ook meerdere landen bij betrokken.
Oorlog binnen één land, soms ook tegen de regering.
Oorlogen tussen landen. Soms twee, soms wat meer. Regering tegen regering!

Slide 38 - Drag question

Regionalisme
Separatisme
Nationalisme

Slide 39 - Drag question

Aan de slag
Maken H4 par 4.1 werkboek blz 74 vraag 1, 2, 3, 4, 6a

Ben je klaar?
Lees dan alvast H4 par. 4.2 en maak hier een mindmap van.

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video