Het weer

Het weer
Vandaag gaan we het hebben over het weer. 
¿Qué tiempo hace?

 hace 5 grados
hace 5 grados bajo cero
1 / 11
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Het weer
Vandaag gaan we het hebben over het weer. 
¿Qué tiempo hace?

 hace 5 grados
hace 5 grados bajo cero

Slide 1 - Slide

Grammaticaregels
Hace
Hay
Está

Slide 2 - Slide

Gebruik van werkwoord ´hacer´ bij ´el tiempo´

Hace frío = Het is koud
Hace calor = Het is warm
Hace mucho viento = Er staat veel wind /
                                              het waait hard
Hace treinta grados = Het is dertig graden
Hace buen tiempo = Het is goed weer
Hace mal tiempo = Het is slecht weer

Slide 3 - Slide

Hay +
nieve= sneeuw
hielo= ijzel
nubes= bewolking
niebla= mist
lluvia= regen
tormenta= onweer

Slide 4 - Slide

Gebruik van ‘estar’
está nevando --> nieva = het sneeuwt
nevar = sneeuwen / la nieve = sneeuw

está lloviendo --> llueve = het regent
llover = regenen / la lluvia = de regen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

La primavera
Hace mucho viento
Otoño
Hay tormenta
Está nevando

Slide 7 - Drag question

1. Welke dag is het?
2. In welk deel wordt het niet zo mooi weer?
3. Wat is de maximum temperatuur?
4. Wat betekent 'bajo las nubes' denk je?

Slide 8 - Slide

1. Wat komt er 's ochtends binnen vanaf de Atlantische Oceaan?
2. Welke 2 dingen raad de mevrouw aan om mee te nemen morgen?
3. Wat zijn 'chubascos' denk je?
4. Hoe ziet de nacht eruit?

Slide 9 - Slide

1. Vanaf wanneer komt de warmte terug?
2. Wat zijn 'temperaturas altas' denk je?
2. Waar kan het een beetje gaan regenen?
3. Waar wordt het 's nachts 15 graden?

Slide 10 - Slide

Huiswerk


Maak voor de volgende keer:
Opdracht 25abc op pagina 128 van je WB.

Slide 11 - Slide