This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Willkommen
Wir brauchen heute: Chromebook, Buch + Stift
Slide 1 - Slide
Programm Dienstag 13.12.
Wiederholen
Wörterlisten
Jullie zijn goed voorbereid op het proefwerk.
Slide 2 - Slide
Werkwoorden
Slide 3 - Slide
Bij welke werwoorden moet je extra opletten?
Slide 4 - Open question
Wat is er anders bij deze werkwoorden?
Slide 5 - Open question
zwakke Werkwoorden tegenwoordige tijd
zwakke ww (lachen)
ich
lach-e
du
lach- st
er/sie/es
lach-t
wir
lach- en
ihr
lach - t
sie/Sie
lach -en
ge - lach - t
Slide 6 - Slide
Werkwoorden met stam op s/ss/ß/z
reisen
küssen
tanzen
ich
reis -e
küss - e
tanz - e
du
reis - t
küss - t
tanz - t
er/sie/es
reis - t
küss - t
tanz - t
wir
reis - en
küss - en
tanz - en
ihr
reis - t
küss - t
tanz- t
sie/Sie
reis - en
küss -en
tanz- en
!!!
ge - reis - t
ge- küss - t
ge - tanz - t
Slide 7 - Slide
Ergänze die Endung
Deine Mutter (reisen)___ nach Afrika. (Reisen) ____ du mit? Morgen abend (gehen)__ ich in die Disco. Ich (tanzen)__ gerne. (Tanzen)__ du auch gerne? Ich habe schon viel (tanzen) _____. Und (singen) ____ du gerne mit?
Slide 8 - Slide
Antworten:
reist
Reist
gehe
tanze
Tanzt
getanzt
singst
Slide 9 - Slide
Het onbepaald lidwoord
Slide 10 - Slide
Noem de onbepaalde lidwoorden in het Duits
Slide 11 - Open question
ein / kein
een
ein-
geen
kein-
Slide 12 - Slide
Wanneer gebruik je ein,eine,keine?
Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Meervoud
eine
ein
keine
ein
Slide 13 - Drag question
Regels ein / kein
Bij mannelijk (der) / onzijdig (das) komt er niks achter ein of kein
Bij vrouwelijk / meervoud (die) komt er achter ein/ kein een -e.