hst 2 paragraaf 4 "zure en basische oplosmiddelen"

hst 2.4 "zure en basische oplosmiddelen" 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

hst 2.4 "zure en basische oplosmiddelen" 

Slide 1 - Slide

leerdoelen

  • Je kunt van een aantal bekende oplossingen aangeven of ze zuur of basisch zijn.
  • Je weet hoe je kunt bepalen of een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
  • Je kunt  toepassingen van zure en basische oplossingen noemen.
  • Je kunt het verband beschrijven tussen de concentratie van zure en basische oplossingen en de pH.



Paragraaf 2.3 "verzorging van huid, haar en gebit" slaan we over

Slide 2 - Slide

Alle stoffen hebben een zuurtegraad. Deze geef je aan met de pH. 

Slide 3 - Slide

Hoe zuurder een oplossing is hoe ... de pH
A
hoger
B
lager

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Link

Zuren en basen
Zuren en basen zijn gevaarlijke stoffen. Dat is de reden dat verzorgingsproducten allemaal pH neutraal zijn. 

Slide 6 - Slide

Corrosief
Schadelijk

Slide 7 - Slide

De pH bepalen m.b.v. indicatoren
Er zijn verschillende indicatoren die wij gebruiken voor om de pH waarde. 
- Rodekoolsap
- Rood en blauw lakmoespapier
- Universeel indicator
- Fenoftaleine

Slide 8 - Slide

Rodekoolsap is een zuur/base-indicator. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Welke kleur krijgt rodekoolsap als je er een zuur aan toevoegt?
A
Roze
B
Groen
C
Paars
D
Kleurloos

Slide 11 - Quiz

Welke kleur krijgt rodekoolsap als je er een base aan toevoegt?
A
Roze
B
Groen
C
Paars
D
Kleurloos

Slide 12 - Quiz

Lakmoespapier
Een zure oplossing kleurt een blauw lakmoespapier rood. 

Een basische oplossing kleurt rood lakmoespapier blauw. 

Slide 13 - Slide

Universeel indicator

Met universeel indicator papier kun je de zuurgraad aflezen. Je hoeft alleen maar naar de kleur te kijken. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Fenoftaleine
De indicator fenoftaleine geeft aan of een stof een base is. 

In het filmpje zie je de indicator toegevoegd worden aan een base. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Welke kleur wordt fenoftaleine als hij met een base wordt gemengt?
A
Wit
B
Kleurloos
C
Roze
D
Rood

Slide 18 - Quiz

Welke kleur wordt fenoftaleine als hij met een zuur wordt gemengt?
A
Wit
B
Kleurloos
C
Roze
D
Rood

Slide 19 - Quiz

Schoonmaakmiddelen
Veel schoonmaakmiddelen maken gebruik van de pH. 

  • Schoonmaakazijn is bijvoorbeeld ontzettend zuur. Hiermee kan je goed kalkaanslag verwijderen
  • Zeep is basisch. Hiermee kan je goed vet verwijderen.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Met een zuur schoonmaakmiddel kan ik?
A
vet verwijderen
B
de vaat wassen
C
ramen lappen
D
kalk verwijderen

Slide 22 - Quiz

met een basisch schoonmaakmiddel kan ik?
A
vet verwijderen
B
cement van tegels halen
C
autolak poetsen
D
waterkoker ontkalken

Slide 23 - Quiz

Aan de slag
Maak opdrachten 1 t/m 9 van paragraaf 2.4
vanaf bladzijde 103




Slide 24 - Slide

Volgende lessen

  • Vrijdag: practicum
  • Volgende week: Planning tot aan de toets
  • Geen lesson-up: telefoons weer in de telefoontas


Slide 25 - Slide