2MH: Can, could, to be able to & to be allowed to

1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

2MH: Can, could, to be able to & to be allowed to
30-01-'24

Slide 2 - Slide

Today
Learning Goals
Can, could, to be able to, to be allowed to
Test Your Knowledge
Homework

Slide 3 - Slide

Learning Goals
After this lesson you know how to use 'can, could, to be able to & to be allowed to'.
After this lesson you know when to use 'can, could, to be able to & to be allowed to'.

Slide 4 - Slide

Can, could, to be able to, to be allowed to
'Gebruik je om aan te geven dat iets kan of mag.'

Ik behandel ze 1 voor 1.
Zorg dat je een aantekening maakt!

Slide 5 - Slide

Can: When & How to use?
betekent 'kunnen
Ex: Can you open this jar? --> Kun je deze pot openen?
OF 
betekent 'mogen'
Ex: You can't borrow my coat. --> Je mag mijn jas niet lenen

LET OP! Je gebruikt 'can' alleen in de Present Simple

Slide 6 - Slide

Could: When & How to use?
betekent 'zou kunnen'
Ex: It could be a problem --> Het zou een probleem kunnen zijn.
OF
betekent 'verleden tijd van can'
Ex: I couldn't finish it. --> Ik kon het niet afmaken

Slide 7 - Slide

Could: When & How to use?
betekent 'beleefd vragen om hulp/toestemming'
Ex: Could you open the window? --> Zou je het raam kunnen openen?


LET OP! Je gebruikt 'could' alleen in de Present Simple OF Past Simple.

Slide 8 - Slide

To be able to: When & How to use?
betekent 'kunnen/in staat zijn'
Ex: He was able to do it. --> Hij kon het doen.



LET OP! Je gebruikt 'to be able to' als 'can' of 'could' niet kan.
Ook in combinatie met 'have, has, shall & should'

Slide 9 - Slide

To be allowed to: When & How to use?
betekent 'mogen/toestemming hebben'
Ex: Are you allowed to stay up late? --> Mag jij tot laat opblijven?



LET OP! Je gebruik 'to be allowed to' als 'can' of 'could' niet kan
Ook in combinatie met 'have, has, shall & should'

Slide 10 - Slide

Test Your Knowledge!
Kies bij de volgende opgaven het goede antwoord voor de lege plek in de zin.
Je kiest uit de 4 opties: can, could, to be able to, to be allowed to. Soms zijn er meerdere antwoorden goed!

Slide 11 - Slide

Finish ex. 7, 8 & 9 from Unit 3 - Lesson 4 in your book pages 107-108.

Questions? Raise your hand!
Finished? Show me your work! Then continue with ex. 1 - 12 from Unit 3 - Lesson 4.

Slide 12 - Slide