week 42 en el restaurante + ww. e/i, voorzetsels

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Buenos días

¿Qué vamos a hacer?

• Voorzetsels
• Werkwoorden e-i
• Trabajar
• Hablar

lunes 18 de octubre

Frida Kahlo

• México
• Polio
• Studeerde medicijnen
• Ongeluk en begon met schilderen
• Veel zelfportretten
• Kleurrijk
• Politiek
• Diego Rivera

Tarea 2 - zelfstandig aan de slag

Leerdoelen waar je aan gaat werken en die je nodig hebt om een gesprek in een restaurant te voeren:

- Werkwoorden e --> i

- Voorzetsels

- Woordenschat

Goed lezen!!

Wat je gaat doen:

• Luisteren: LA: pág. 85 ej. 6

• Werkwoord pedir: Lees de uitleg van pág. 36 uit je module en maak dan de opdracht in de volgende dia van deze LessonUp. 

Goed lezen!!

Leerdoel: Verbos E --> I

1. ¿Para qué _____________________ (servir) esta lata?
2. ¿Qué _____________________(pedir) tú para comer?
3. Yo ______________________(pedir) el menú del día.
4. ¿(ellos) ___________________(servir) paella aquí?
5. Nosotros _____________________(elegir) un representante.
6. ¿A quién _____________________(elegir) vosotros?
7. Mis padres ____________________(pedir) la cuenta.
8. Carmen _____________________(elegir) un jersey negro. 

¡A practicar! verbos e-->i

Lees verder

Wat je gaat doen:

• Lees nu de uitleg over de voorzetsels op pagina 37 van je module.
• Maak vervolgens de opdracht onder de uitleg. 
• Ga naar pagina 39 in je module en vul dan de woordenlijst 2.6 in je leefboek in. 
• Maak vervolgens opdracht A, B, C van blz. 40 en 41 van je module.  

Klaar?

Bekijk vast de uitleg van gustar

Module pág. 43, 44

Goed lezen!!

controla tu trabajo

¿Hay preguntas?

uitwerking LA: pág. 85 ej. 6

de primero

de segundo

¿Necesita algo?

de postre

(para beber)

él

paella

filete con ensalada

un poco más de pan

melón

vino blanco

ella

ensalada mixta

merluza a la romana

helado de chocolate

un refresco de cola

1. ¿Para qué ____sirve___________ (servir) esta lata?
2. ¿Qué _____pides_____________(pedir) tú para comer?
3. Yo _______pido___________(pedir) el menú del día.
4. ¿(ellos) ____sirven___________(servir) paella aquí?
5. Nosotros _____elegimos________(elegir) un representante.
6. ¿A quién _____elegís________________(elegir) vosotros?
7. Mis padres _____piden_______________(pedir) la cuenta.
8. Carmen _______elige__________(eligir) un jersey negro. 

¡A practicar!

Leerdoel: Verbos E --> I

uitwerking 2.3

1. para, de
2. de
3. de, al
4. de, a
5. de
6. de, con 
7. de
8. para, con of sin
9. con of sin

uitwerkingen 2.7

A.

1. patatas fritas

2. sorbete de limón

3. gazpacho

4. sardinas

5. gambas

6. sopa de tomate

B.

1. comprar           

2. comer               

3. preferir             

4. pedir   

5. querer

6. servir

7. escribir

8. hablar             

C..

1. escribimos

2. tengo, tienes

3. queréis

4. quiero

5. escribes

6. escribo

7. vive

8. tengo

9. pedimos

10. pido

11. pago

12. pagamos

juego de roles

En grupos de 4

1 camarero

3 clientes

Maak eerst samen de dialoog. 

Presenteer vervolgens aan de klas.

inhoud

* begroeten

* de kaart vragen

* ober vraagt wat gasten willen drinken

* bestellen

* ober vraagt wat gasten willen eten

* voor- en hoofdgerecht bestellen

* tussendoor aan de ober nog wat brood vragen

* tussendoor aan de ober een mes vragen

* tussendoor aan de ober nog wat te drinken bestellen

* elkaar vragen hoe het eten smaakt en reageren

* toetje bestellen

* de rekening vragen

* afscheid nemen

Verwerk dit in de dialoog

* begroeten

* de kaart vragen

* ober vraagt wat gasten willen drinken

* bestellen

* ober vraagt wat gasten willen eten

* voor- en hoofdgerecht bestellen

* tussendoor aan de ober nog wat brood vragen

* tussendoor aan de ober een mes vragen

* tussendoor aan de ober nog wat te drinken bestellen

* elkaar vragen hoe het eten smaakt en reageren

* toetje bestellen

* de rekening vragen

* afscheid nemen

Buenas vacaciones