8.3 stikstof kringloop 4H (met leerdoelen/-strategieën)

Stikstofkringloop
log in bij lessonup met deze coden en pak je schrift en  binas tabel 93G er alvast bij 
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Stikstofkringloop
log in bij lessonup met deze coden en pak je schrift en  binas tabel 93G er alvast bij 

Slide 1 - Slide

Pak je laptop & log in op je Nectar boek
Ga naar 8.3 en lees "Intro" en "Eenvoudige stikstofkringloop"

&
Bedenk en schrijf op wat je vandaag zou willen leren.

timer
5:00

Slide 2 - Slide

Wat wil je vandaag leren?

Slide 3 - Open question

Wat vind je lastig aan het leren van biologie?

Slide 4 - Open question

Wat kan je al goed of heb je een tip om biologie goed te leren?

Slide 5 - Mind map

Wat zijn de doelen van 8.3? (zoek op in je boek/online methode)

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Leerdoelen
  • Wat is de stikstofkringloop en hoe lees je die af in de BINAS (93G)
  • Wat is groenbemesting?
  • Wat is eutrofiëring?
Begrippen
  • Stikstofkringloop
  • Kunstmest
  • Eutrofiering
  • Rotting
  • Ammonificatie
  • Nitrificatie
  • Chemosynthese
  • Chemo-autotroof
  • Uitspoeling 
  • Denitrificerende bacteriën
  • Anaerobe
  • Groenbemesting

Slide 8 - Slide

Op welke manier ga je doelen van 8.3 bereiken?
Mindmap maken
Eigen tekening stikstof kringloop maken
Ik schrijf vragen op bij de tekst
Ik maak een uitleg over 8.3
Iets anders, namelijk....

Slide 9 - Poll

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Slide

Stikstof (N2) Is een stof die niet reageert met andere stoffen. Een plant of dier heeft er dan ook niets aan. N2 blijft N2.
Alleen met geweld (bliksem, hitte in een motor) bindt N2 aan zuurstof. 
Of door sommige bacteriën bindt N2 aan waterstof. 
Ammoniak (NH3) en ammonium (NH4+) zijn eigenlijk twee toestanden van dezelfde stof. 
Als ammoniak oplost, pikt het een H+ van water zodat NH4+ ontstaat. Als ammonium de lucht in gaat, wordt het weer NH3. 
Nitriet bestaat maar heel kort in de natuur, omdat de reactie tot nitraat heel snel gaat. Dat is goed, want nitriet is giftig.
Deze NH3 zit binnenin een plant. Het wordt meteen gebruikt door de plant om er N-bevattende organische stoffen van te maken. Deze NH3 komt dus niet in de grond terecht. De andere NH3 wel.
Stikstofassimilatie is gewoon assmilatie met stikstof. Assimilatie = opbouw van grotere moleculen uit kleinere moleculen. Dus bv. opbouw van aminozuren uit nitraat (en glucose)
Besteed even een paar minuutjes aan het doornemen van de stikstofkringloop in je eigen BINAS 93F . 
De meeste onduidelijkheden vind je hiernaast toegelicht.

Hoe kan er 'N' verdwijnen uit de bodem?
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is

Slide 16 - Slide

Wat neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
Nitriet
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat

Slide 17 - Quiz

Welke N-rijke stof zit er in koeienpoep?
A
ureum
B
nitraat
C
eiwit

Slide 18 - Quiz

Welke N-rijke stof zit er in urine van koeien?
A
ammoniak
B
nitriet
C
nitraat
D
ureum

Slide 19 - Quiz

Hoe kan 'N' verdwijnen uit eenvoudige stikstofkringloop?
A
planten nemen het op
B
vervluchtiging en denitrificatie
C
omzetting in nitriet en nitraat

Slide 20 - Quiz

Waarom groeien planten beter door bemesting met koeienmest?

Slide 21 - Open question

Stikstofkringloop (Binas tabel 93G)
Aeroob
Anaeroob
Niet te achterhalen met Binas
Denitrificatie
Ammonificatie
Deammonificatie
Bacteriële stikstoffixatie
Fotochemische stikstoffixatie
Stikstofassimilatie
Nitrificatie
Dissimilatie

Slide 22 - Drag question

Slide 23 - Slide

Wat is groenbemesting?
A
Kunstmest strooien op het land
B
Natuurlijke mest strooien op het land
C
Bemesten door middel van knolletjesbacterien
D
Bemesten met groene planten

Slide 24 - Quiz

Sommige planten hebben bij hun wortels knolletjes met stikstofbindende bacterie die N2 uit de lucht omzetten in ammonium NH4+
  • definitie monocultuur kennen
  • voor- en nadelen van monoculturen kunnen noemen

Slide 25 - Slide

Groenbemesting
Bij groenbemesting wordt klaver op stikstofarme grond geteeld, waarna deze omgeploegd wordt. Vlinderbloemigen leeft in symbiose met stikstofbindende bacteriën, waardoor extra stikstof in de bodem komt. Door om te ploegen, blijft de stikstof beschikbaar voor nieuwe planten. 

Als planten geoogst worden, wordt de stikstof die als eiwitten aanwezig zijn in de plant onttrokken aan de bodem. De kringloop wordt onderbroken.

Slide 26 - Slide

Hoe werkt groenbemesting?

Slide 27 - Slide

Land bemesten via groenbemesting heeft een aantal stappen, zet in de juiste volgorde
1. boer spit de planten met knolletjesbacterie onder
2. knolletjesbacterie bindt N2 uit de lucht en maakt NH4+ (ammonificatie)
3. bacterie in bodem maakt nitraat
4. gewas kan goed groeien door opname van nitraat
A
1-2-3-4
B
3-4-1-2
C
2-1-3-4

Slide 28 - Quiz

veel mensen halen in de herfst bladeren uit hun tuin. Wat voor een effect heeft dit op de stikstofkringloop?

Slide 29 - Slide

Welk effect heeft het weghalen van de bladeren voor de stikstofkringloop?

Slide 30 - Open question

Eutrofiëring

Slide 31 - Slide

Eutrofiering
In de zomer sterven soms massaal veel vissen.
Oorzaak: Door te veel meststoffen groeien algen te snel en dekken de sloot af. De andere waterplanten krijgen te weinig licht en sterven.
En dode planten worden afgebroken door.....
juist, de reducenten
En die gebruiken heel veel zuurstof en dan...... de vissen

Slide 32 - Slide

Eutrofiëring

Slide 33 - Slide

Gevolg eutrofiëring
Oorzaak eutrofiëring

Slide 34 - Drag question

Welke nieuwe termen heb je geleerd deze les?

Slide 35 - Open question

Nog 3 afsluitende vragen te gaan!

Slide 36 - Slide

moeilijkste term van deze les?

Slide 37 - Mind map

Welk (eigen) leerdoel heb je deze les gehaald?

Slide 38 - Open question

Welke vraag heb je nog voor de volgende les?

Slide 39 - Open question