7.3 eetstoornissen

Eetstoornissen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Eetstoornissen

Slide 1 - Slide

Noem de voedingsstoffen die vallen onder bouwstoffen

Slide 2 - Open question

Lesdoelen

Aan het eind van de les kan ik


  • Het verschil noemen tussen eetstoonis en een dieet.
  • Verschijnselen van Anorexia Nervosa noemen
  • Gevolgen van ondergewicht noemen.

Slide 3 - Slide

Wat is een dieet ?

Slide 4 - Open question

Dieet
  • Je eet volgens bepaalde regels en je houdt je eraan.
  • Voorbeeld: 
  • Je eet bepaalde voedingsmiddelen niet
  • Je beperkt aantal calorieeen 
  • Een dieet is geen eetstoornis

Slide 5 - Slide

Bekendste eetstoornissen zijn:
Anorexia nervosa
Boulimia nervosa
Eetstoornis NAO (niet anders omschreven)
Orthorexia nervosa

Slide 6 - Slide

Eetstoornissen

1. Overgewicht


2. Ondergewicht

Slide 7 - Slide

Mensen met een eetstoornis
  • Het is een psychische ziekte
  • zullen dit zo lang mogelijk ontkennen
  • zullen niet (snel) om hulp vragen
  • voelen zich vaak schuldig
  • stellen vaak hoge eisen aan zichzelf (perfectionistisch)

Tip: Oordeel niet, luister naar iemand en vraag of deze hulp wil.

Slide 8 - Slide

Hoe herken je iemand met
Anorexia Nervosa

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

Gevolgen Anorexia nervosa

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Slide

Wat is Boulimia nervosa?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Als je dik bent, komt dit altijd van teveel eten
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 17 - Quiz

In welke leeftijdscategorie kunnen met name meisjes een eetstoornis ontwikkelen?
A
Peuter en kleuter
B
Puber
C
Schoolkind
D
Volwassenen

Slide 18 - Quiz

Medicijnen kunnen de oorzaak zijn van overgewicht
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 19 - Quiz

Niet ontbijten is een goede manier om af te vallen
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 20 - Quiz

Mensen met anorexia krijgen meer lichaamsbeharing
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 21 - Quiz

Eigenlijk moet ik wat gezonder leven
A
Nee, ik leef gezond
B
Ja, ik moet gezonder eten
C
Ja, ik moet meer bewegen
D
Ja, mijn leefstijl moet gezonder

Slide 22 - Quiz