1.1 + 1.5 Voedingsstoffen + Gezonde voeding (G5biol3)

Thema 1 Vertering
Deze les:
  • Afronden §1.1 Voedingsstoffen
  • §1.5 Gezonde voeding

Huiswerk: 
  • Zie werkwijzer ELO voor weektaak

1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Thema 1 Vertering
Deze les:
  • Afronden §1.1 Voedingsstoffen
  • §1.5 Gezonde voeding

Huiswerk: 
  • Zie werkwijzer ELO voor weektaak

Slide 1 - Slide

Zet de voedingsmiddelen op de juiste voedingsstoffen.
Brandstoffen
koolhydraten en vetten
Bouwstoffen
eiwitten en water
Beschermstoffen
vitaminen en mineralen

Slide 2 - Drag question

Voedingsstoffen zijn...
A
Bestanddelen van voedingsmiddelen
B
Alle bouwstoffen in voedingsmiddelen
C
Alle brandstoffen in voedingsmiddelen
D
Alle calorieën in voedingsmiddelen

Slide 3 - Quiz

In onze voeding zitten voedingsstoffen. Sommige voedingsstoffen leveren energie, andere voedingsstoffen leveren geen energie. Welk van de volgende rijtjes voedingsstoffen bevatten uitsluitend energieleverende voedingsstoffen?
A
Alcohol, koolhydraten en vitamines
B
Alcohol, vetten en eiwitten
C
Eiwitten, koolhydraten en mineralen
D
Mineralen, vetten en water

Slide 4 - Quiz

§1.1 Voedingsstoffen
  • Je kunt de kenmerken en functies noemen van zes groepen voedingsstoffen en van voedingsvezel

Slide 5 - Slide

Functies per voedingsstof
  • Bouwstoffen: 
eiwitten, water, koolhydraten, vetten, mineralen, vitamines
  • Brandstoffen
koolhydraten, vetten, eiwitten
  • Reservestoffen
vetten, koolhydraten
  • Beschermende stoffen
vitamines, mineralen

Slide 6 - Slide

Eiwitten (proteïnen)
2 varianten:
  • Dierlijke eiwitten
  • Plantaardige eiwitten

Slide 7 - Slide

Eiwitten
Eiwitten zijn bouwstoffen

Teveel aan eiwitten? 
  • Eiwit als brandstof 
  • Eiwit als reservestof (vet)
Cytoplasma
Spieren

Slide 8 - Slide

Eiwitten
Volgorde van aminozuren bepaald vorm van het eiwit.

Door verschillende vormen ook verschillende functies:
kanaaltje, enzym, transportenzym, bouwstof etc.

Slide 9 - Slide

Eiwitten
BINAS tabel 67H1
  • 20 soorten aminozuren
  • 12 niet-essentiële aminozuren 
  • 8 essentiële aminozuren
Niet-essentiële aminozuren kunnen door het lichaam worden aangemaakt.
Essentiële aminozuren worden niet/minder door het lichaam aangemaakt moeten via het voedsel worden aangeleverd.

Slide 10 - Slide

Koolhydraten
Koolhydraten zijn brandstoffen, maar kunnen ook dienen als bouwstof. 

Teveel aan koolhydraten?
  • Koolhydraten als reservestof (vet)


Slide 11 - Slide

enkelvoudig koolhydraat
meervoudig koolhydraat

Slide 12 - Slide

Koolhydraten

Slide 13 - Slide

Voedingsvezels
  • Onverteerbare koolhydraten uit planten 
  • Voedingsvezels stimuleren de darmperistaltiek en dus de darmwerking

Slide 14 - Slide

Vetten (lipiden)
  • Glycerol + 3 vetzuurstaarten = triglyceride

  • Vetten bestaan uit dezelfde atomen als glucose (C,H,O).
  • Alle organismen kunnen glucose omzetten in vetten.
  • Vooral brandstoffen!

Slide 15 - Slide

(On)verzadigde vetten
Verzadigd vet:
- Ongezond; kans op 'dichtslibben' aders. Vooral bij dierlijke vetten. Hebben geen dubbele bindingen.

Onverzadigd vet:
- Gezond. Zorgen voor daling cholesterol. Hebben één of meer dubbele bindingen.

Slide 16 - Slide

Mineralen
  • Bouwstof:
hard botweefsel en tandbeen
  •  Beschermstoffen:
bloedstolling

  • Gevormd uit een 
metaal + niet-metaal

Slide 17 - Slide

Spoorelementen
Spoorelementen: mineralen die in zeer kleine hoeveelheden benodigd zijn

Algemene mineralen: Na, K, Ca
Spoorelementen: Cu, F, Zn, I

Slide 18 - Slide

Vitaminen
  • Provitaminen dit zijn stoffen die in voeding zitten, waaruit wij vitaminen kunnen vormen
  • Gebreksziekten ontstaan door een tekort aan vitaminen


Slide 19 - Slide

Scheurbuik
Scheurbuik bij zeevaarders door gebrek aan vitamine C
Oplossing: Verse citroenen en sinaasappels mee op reis.

Slide 20 - Slide

Pak je device en zoek op wat de relatie is tussen vitamine C en scheurbuik

Slide 21 - Open question

§1.1 Voedingsstoffen
  • Je kunt de kenmerken en functies noemen van zes groepen voedingsstoffen en van voedingsvezel

Slide 22 - Slide

§1.5 Gezonde voeding


Wij eten gezond, toch?

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Hoe veel moet je eten?
Voeding levert energie
Hoeveel energie je nodig hebt is afhankelijk van: 
  • Leeftijd, geslacht, lengte, lichaamssamenstelling
  • Lichamelijke inspanning

Te veel aan energie wordt opgeslagen als reserve onder de huid

Slide 25 - Slide

Gezond gewicht
BMI = gewicht / lengte2 (kg/m2)

<20 : ondergewicht
20-25: gezond gewicht
25-30: overgewicht
30-35: obesitas
>35: morbide obesitas


Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Overgewicht en ondergewicht
Meer risico's op gezondheidsproblemen, vooral hart- en vaatziekten en diabetes.

Ondervoeding: kan ook als je veel junkfood eet.
Een tekort aan belangrijke voedingsstoffen is ook niet goed!

Slide 28 - Slide

Aan de slag!

Maak in tweetallen het eerste deel van de lunchopdracht in de ELO en lever dit aan voor de volgende les in.

Klaar? 
Puzzelen!

Slide 29 - Slide

CHOLESTEROL

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

(On)verzadigde vetten
Verzadigd vet:
- Ongezond; kans op 'dichtslibben' aders. Vooral bij dierlijke vetten. Hebben geen dubbele bindingen.

Onverzadigd vet:
- Gezond. Zorgen voor daling cholesterol. Hebben één of meer dubbele bindingen.

Slide 33 - Slide

Cholesterol-HDL-ratio

Slide 34 - Slide

§1.5 Gezonde voeding
  • Je kunt beargumenteren wat gezonde voeding is en wat de gezondheidsrisico's zijn van ongezonde of van te veel voeding

Slide 35 - Slide

Thema 1 Vertering
Deze les:
  • Afronden §1.1 Voedingsstoffen
  • §1.5 Gezonde voeding

Huiswerk: 
  • Zie werkwijzer ELO voor weektaak

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video