1. Maak van je groepje twee teams (min 2 personen per team)
2. Iedereen schrijft 5 concepten, personen of gebeurtenissen op een papiertje, vouwt het 2x dubbel en legt het op de hoek van de tafel
3. Eerste ronde. Doe 30-seconds met de bak met papiertjes (om de beurt omschrijven). Je deelt de bak, dus je kan ook je eigen papiertje pakken. Aan het einde tel je de punten op.
4. Tweede ronde. Doe alle briefjes terug. Doe hints met de papiertjes (uitbeelden). Aan het einde tel je de punten bij die van de eerste ronde op.
5. Derde ronde. Doe alle briefjes terug. Pak telkens een briefje en omschrijf hem met één woord. Voorbeeld: je pakt het briefje “Middellandse Zee” en er is geen ander concept met water, dus je zegt: “Water”. Tel de punten weer op.
Aan het einde tel je alle punten op. Het team met de meeste punten wint!