11.2 Bevruchting

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Wat weet je nog van 11.1?

Herhaling

Sperma bestaat uit:

1. Zaadcellen
2. Zaadcellen en een beetje urine
3. Zaadcellen en vocht
4. Zaadcellen en slijm

Bij de geboorte van een meisje zijn alle eicellen al aanwezig in de eierstokken

1. Waar
2. Niet waar

Wat is de functie van de eileider

1. De eileiders maken eicellen
2. De eileiders vervoeren eicellen naar de baarmoeder
3. In de eileiders groeit een embryo
4. Dit is de ingang naar de baarmoeder

Op welke dag vindt meestal de eisprong plaats tijdens de menstruatiecyclus

1. 13
2. 14
3. 15
4. 16

Hoe lang blijft een eicel leven?

1. 14 dagen
2. 28 dagen
3. 12 - 24 uur
4. 0 - 12 uur

Vul de ontbrekende woorden in. Kies uit:

a. Terwijl een eicel rijpt, wordt het _____________ steeds dikker.

b. Dan vindt de  _____________ plaats.

c. De  _____________ sterft als hij niet bevrucht wordt.

d. Dan breekt het  _____________ af.

e. Dat heet  _____________ of  _____________

De hele periode van de ene menstruatie tot de volgende menstruatie heet:  ________

baarmoederslijmvlies

eisprong

eicel

baarmoederslijmvlies

menstruatie

ongesteld

menstruatiecyclus

Zaadleider

Urineblaas

Zaadblaasje

Prostaat

Zwellichaam

Penis

Bijbal

Zaadbal

Balzak

Urinebuis

Eikel

Voorhuid

Wat is innesteling

1. Bevruchting: samensmelten van de eicel en zaadcel
2. Wanneer de eisprong heeft plaats gevonden en de eicel naar de baarmoeder gaat
3. Bolletje cellen die zich vastzet in het baarmoederslijmvlies
4. Wanneer het embryo duidelijke kenmerken begint te vertonen

eisprong

eicel rijping

innesteling

celdeling

bevruchting

Zet in de juiste volgorde:

Innesteling

Bevruchte eicel deelt zich

Bevruchting

Ovulatie

Bolletje cellen

Anticonceptie is 100 % betrouwbaar

1. Juist
2. Onjuist

Anticonceptie betekent:

1. Voorkomen van zwangerschap en SOA
2. Ik ben zwanger
3. Kans vergroten op zwangerschap en SOA
4. Ik heb hoofdpijn

Wat doet de anticonceptie pil?

1. Zorgt ervoor dat je geen eisprong krijgt
2. Het is een vitamine-pil
3. Zorgt ervoor dat je niet ongesteld wordt
4. Zorgt dat je niet zwanger kan worden

Wat is het meest betrouwbaar om geen soa te krijgen

1. Condoom
2. Anticonceptie pleister
3. Hormoonstaafje
4. Sterilisatie

Welk voorbehoedsmiddel is niet meer terug te draaien?

1. Coitus interuptus
2. Sterilisatie
3. Prikpil
4. Hormoonstaafje

Welk voorbehoedsmiddel is het minst betrouwbaar?

1. Periodieke onthouding
2. Anticonceptie pleister
3. Coitus interruptus
4. De pil

Wat is geen anticonceptie?

1. Prikpil
2. Hormoon staafje
3. Ring
4. Zilver spiraaltje

Alle anticonceptie beschermt tegen soa's

1. Juist
2. Onjuist

Wat vind jij van abortus?

Wat heb je deze les geleerd?

11.2 Bevruchting