6.3 Koolstofkringloop en stikstofkringloop

6.3 Koolstofkringloop en stikstofkringloop
1 / 41
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

6.3 Koolstofkringloop en stikstofkringloop

Slide 1 - Slide

Wat weet je nu al en wat nog niet?

Slide 2 - Slide

Hoe wordt dit
genoemd (klikken
om groter te maken)
A
Voedselketen
B
voedselweb
C
kringloop

Slide 3 - Quiz

In een voedselpiramide van biomassa is er energieverlies door ....
A
verbranding en voeding
B
fotosynthese en voeding
C
verbranding en onverteerbare stoffen
D
Fotosynthese en onverteerbare stoffen

Slide 4 - Quiz

Welke piramide hoort waar?
Piramides van Biomassa
Piramides van aantallen

Slide 5 - Drag question

Producent
 Consument
Reducent
Voedingsstoffen maken
Resten afbreken tot mineralen
Voedingsstoffen gebruiken

Slide 6 - Drag question

Wie is de producent?
A
Pissebed
B
Kat
C
Kastanjeboom
D
Egel

Slide 7 - Quiz

Wie zijn reducenten?
A
Planten en dieren
B
Dieren en schimmels
C
Schimmels en Planten
D
Bacteriën en Schimmels

Slide 8 - Quiz

Horen afvaleters bij producenten, consumenten of reducenten?
A
producenten
B
consumenten
C
reduceren

Slide 9 - Quiz

Afvaleters
Consumenten
Reducenten

Slide 10 - Drag question

De producenten in de voedselketen leggen door fotosynthese zonne-energie vast in energierijke organische stoffen
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

In welke schakel van de voedselketen is de hoeveelheid energierijke stoffen het grootst? Waardoor?
A
1e, doordat het aantal individuen het grootst is
B
1e, doordat uit elke schakel energie verdwijnt uit de voedselketen
C
2e, doordat het aantal individuen het grootst is
D
2e, doordat in elke schakel energie wordt opgenomen

Slide 12 - Quiz

Leerdoelen 6.3 kringlopen:
6.3.1 Je kunt de koolstofkringloop beschrijven.
6.3.2 Je kunt de stikstofkringloop beschrijven.

Slide 13 - Slide

Een kringloop 
- Kringloop van bouwstenen van stoffen: atomen.
- Atomen zijn bijvoorbeeld: O (zuurstof-atoom), H (waterstof-atoom), C (koolstof-atoom) en N (stikstof-atoom).
- De bouwstenen gaan door een keten van organismen.
- Een zich herhalend proces
- Sinds ontstaan van de aarde zijn dit nog dezelfde bouwstenen!
- Ze 'verhuizen' door verschillende stoffen in verschillende organismen. 

Slide 14 - Slide

Bouwstenen van het leven:
Bouwstenen van stoffen waar dieren en planten van zijn opgebouwd.

  • koolstof (C) in alle energierijke stoffen (koolhydraten, eiwitten en vetten)
  • stikstof (N) in alle eiwitten

Andere belangrijke bouwstenen zijn zuurstof (O) en 
waterstof (H).
Voorbeelden stoffen:
  • glucose (C6H12O6) (het getal erachter geeft aan hoeveel deze atomen erin zitten)
  • zuurstofgas (O2) in de lucht, nodig voor verbranding
  • water (H2O) onmisbaar voor alle leven
  • koolstofdioxide (CO2) komt vrij bij verbranding
  • nitraat (NO3) (zit in mest) en ammoniak (NH3) (is giftig gas)

Slide 15 - Slide

Hierboven een voorbeeld van de bouw van de stof glucose (C6H12O6)

Slide 16 - Slide

Fotosynthese

Verbranding
De omzetting van stoffen
Stoffen worden andere stoffen
C6H12O6   +   O2     ->     CO2     +   H2O    +    energie 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

We leren twee kringlopen
1. Koolstofkringloop (C)
2. Stikstofkringloop (N)

Tijdens deze kringlopen gaan bovenstaande atomen over van de ene stof over in de andere.

Slide 19 - Slide

1. Koolstofkringloop
Bij de koolstofkringloop kijk je alleen naar het atoom koolstof => dus de C

Tijdens fotosynthese en verbranding gaan de koolstofatomen van de ene stof over in de andere.

Dus van CO2, naar glucose, naar CO2

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

koolstofkringloop
= Koolhydraten, vetten en eiwitten
= Koolhydraten, vetten en eiwitten
= reducenten
= producenten
=CO2
=C6H12O6

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

2. Stikstofkringloop
1. Planten nemen nitraat (stikstofrijke stof) op uit de bodem --> ze bouwen de stikstof (N) uit het nitraat  in plantaardige eiwitten in (oftewel, ze groeien)
2. Dieren eten de planten en krijgen zo de eiwitten binnen. Dieren eten ook weer elkaar en geven de N door via de dierlijke eiwitten.
3. Dode resten en ontlasting (beide eiwitrijk)
4. Bacteriën zetten dit om in nitraat.
5. De N uit nitraat wordt weer door planten gebruikt voor de groei (eiwitten voor nodig)

Slide 24 - Slide

Stikstofkringloop
Volg de pijlen, check of je in grote lijnen begrijpt wat er gebeurt.

Slide 25 - Slide

Stikstofkringloop
Volg de pijlen, check of je in grote lijnen begrijpt wat er gebeurt.

Slide 26 - Slide

Stikstofbinding in wortelknolletjes

Slide 27 - Slide

Groenbemesting

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

En nu eens kijken wat je al hebt begrepen van deze les!

Slide 30 - Slide

Waar kan fotosynthese plaatsvinden
A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
bacteriën

Slide 31 - Quiz

Wat stelt 4 voor?
A
fotosynthese
B
verbranding
C
Dode resten dieren
D
dode resten planten

Slide 32 - Quiz

Wat stelt 1 voor?
A
fotosynthese
B
verbranding
C
Dode resten dieren
D
dode resten planten

Slide 33 - Quiz

Wat stelt 10 voor?
A
fotosynthese
B
verbranding
C
Dode resten dieren
D
dode resten planten

Slide 34 - Quiz

Aan de slag!
Afmaken 6.3


Slide 35 - Slide

Stukje 6.4

Slide 36 - Slide

Welke invloeden zijn er op het leven van een roodborstje?

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Aan de slag!
Afmaken 6.3

6.4: 1,2,5,6

Klaar? -> Afsluiting 1 t/m 6

Slide 41 - Slide