H7 Je eigen omgeving in beeld

Herhalingsles hoofdstuk 7
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herhalingsles hoofdstuk 7

Slide 1 - Slide

Voorzieningen
  • Een wijk heeft naast huizen ook voorzieningen: 'iets waar bewoners van een wijk gebruik van kunnen maken, zoals een winkel, school, bibliotheek, dokterspraktijk, park of speelveldje'.
  • Kenmerk: alle bewoners van een wijk kunnen er gebruik van maken.

Slide 2 - Slide

In de meeste wijken staan verschillende soorten huizen...

Slide 3 - Slide

Verschil eengezinswoning en meergezinswoning?

  • Eengezinswoning: woningen die bestemd zijn voor één gezin. Je kunt er ook alleen of met z'n tweeeën wonen. 
    Voorbeeld: vrijstaand huis, 2-onder-1-kap, rijtjeshuis.
  • Meergezinswoning: Meerdere gezinnen wonen in hetzelfde gebouw.
    Voorbeeld: flat, appartement.

Slide 4 - Slide

Waarde van een huis

  • Grootte, locatie, type woning, leeftijd van woning, kwaliteit van de omgeving
  • WOZ-waarde: Waarde van een huis, vastgesteld door de gemeente

Slide 5 - Slide

Kenmerken van woningen
Is jouw huis...
  • een één of meergezinswoning?
  • laagbouw of hoogbouw?
  • huur of koop?
  • Dorp of stad?
  • Praat over de verschillen en overeenkomsten 3 minuten met je buurman of buurvrouw over





timer
3:00

Slide 6 - Slide

Opdracht met google earth
  1. Ga naar earth.google.com (kan niet op telefoon!)
  2. Klik rechts, onderin op het poppetje (streetview)
  3. Zoek 3 verschillende soorten woningen in jouw woonwijk.
timer
10:00

Slide 7 - Slide

Geef twee voorbeelden van een voorziening

Slide 8 - Mind map

Wat voor soort woningen zie je op de foto?

Slide 9 - Open question

Geef twee voorbeelden van een voorziening die je in een stad vindt en niet in een dorp.

Slide 10 - Mind map

Geef een voorbeeld van een dagelijkse en niet-dagelijkse voorziening

Slide 11 - Open question

  1. eerst een buurt. 
  2. dan een woonwijk.
  3. dan het stadsdeel.
  4. de stad.
  5. de agglomeratie.
  6. het stedelijk gebied.

De opbouw van een gebied 

Slide 12 - Slide

Stedelijke vernieuwing
  • Omdat de huizen in de Kinkerbuurt van slechte kwaliteit waren, zijn ze (1) gesloopt en opnieuw gebouwd of (2) gerenoveerd.
  • Sloop en nieuwbouw: slechte huizen afbreken en er nieuwe huizen voor in de plaats bouwen.
  • Renovatie: het opknappen van een huis.
  • Het hernieuwen van woonwijken noem je stedelijke vernieuwing.

Slide 13 - Slide

De woningdichtheid geeft het aantal woningen per vierkante kilometer aan. Is er in de Kinkerbuurt sprake van een hoge of lage woningdichtheid?
A
hoge woningdichtheid
B
lage woningdichtheid

Slide 14 - Quiz

Waarom was er veel renovatie in de Kinkerbuurt?
A
Er was veel geld
B
Er was veel vraag naar huizen
C
Veel huizen waren in slechte staat
D
Veel huizen waren erg mooi

Slide 15 - Quiz

Op welke 2 manieren groeit een bevolking?
A
geboortecijfer-sterftecijfer
B
immigratie- emigratie
C
natuurlijke bevolkingsgroei + sterftecijfer
D
natuurlijke bevolkingsgroei + migratie

Slide 16 - Quiz

Stel de vraag! bedenk een vraag over de theorie uit 7.1 en 7.2.
Die antwoord mag geven:
timer
3:00

Slide 17 - Slide

Leg met behulp van een voorbeeld het verschil tussen een dorp en een stad uit

Slide 18 - Open question

Op de foto zie je een .... De huizen op foto zijn een voorbeeld van...
A
eensgezinswoning/laagbouw
B
eensgezinswoning/hoogbouw
C
meergezinswoning/laagbouw
D
meergezinswoning/hoogbouw

Slide 19 - Quiz

wat is een kenmerk van een dorp?
A
veel hoogbouw
B
de gebouwen staan dicht op elkaar
C
veel voorzieningen
D
de bevolkingsdichtheid is laag

Slide 20 - Quiz

Begrippen die op elkaar lijken:

  • Verstedelijking
  • Sub-urbanisatie
  • Re-urbanisatie

Slide 21 - Slide

Ga nu aan de slag met:
  • Oefentoets
  • Eindopdracht 
  • Elkaar overhoren

Zolang je maar met Aardrijkskunde bezig bent!
timer
20:00

Slide 22 - Slide

Verboden te zeggen
  • Een leerling gaat de gang op.
  • De klas kiest een begrip
  • De klas bedenkt welke woorden zijn er voor nodig om dit te kunnen uitleggen.
  • De leerling komt terug in de les. En staat met zijn rug naar het bord
  • Twee leerlingen worden aangewezen om zonder behulp van de woorden die op het bord staan het begrip te omschrijven.

Slide 23 - Slide

Geoclip de stad
In deze aflevering kijken we naar de Geoclip de stad. 

  • Let goed op hoe de stad opgebouwd is.
  • Schrijf de moeilijke woorden op die je niet kent

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video