HEY 2.1 Schakelingen

2.1 Schakelingen
Planning:
- Eerst de toets bespreken!
- Uitleg 2.1.
- Oefenen met schakelingen.
Leerdoelen:
- Tekenen van schakelingen.
- Serie en parallel schakelingen
- Spanningsbronnen schakelen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

2.1 Schakelingen
Planning:
- Eerst de toets bespreken!
- Uitleg 2.1.
- Oefenen met schakelingen.
Leerdoelen:
- Tekenen van schakelingen.
- Serie en parallel schakelingen
- Spanningsbronnen schakelen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je leert wat er nodig is om een elektrisch apparaat te laten werken

Je leert hoe je schakelingen schematisch kunt tekenen

Slide 2 - Slide

Schakelingen en schakelschema’s
Schakeling: Aantal elektrische onderdelen 
                          met elkaar verbonden
Schakelschema: Een tekening van een schakeling
Symbool: Schematische tekening van een 
                      elektrische onderdeel

Slide 3 - Slide

Stroomkring
Draden teken je als rechte lijnen met rechte hoeken.

Slide 4 - Slide

Stroomkring
Symbolen:

                           Spanningsbron


                            Lampje

Slide 5 - Slide

BINAS tabel
Componenten zijn onderdelen
van een schakeling
Tabel 17B

Slide 6 - Slide

Serie schakeling
Bij een serie schakeling staan alle apparaten op een rij in de stroomkring.

Als één apparaat stuk gaat dan krijgen de anderen geen stroom meer. 

Slide 7 - Slide

Parallel schakeling
Bij een parallelschakeling splitst de stroom zich op naar de verschillende apparaten.

Als één apparaat stuk gaat dan krijgen de anderen nog steeds stroom.

Slide 8 - Slide

Spanningsbronnen
Ook spanningsbronnen kunnen in serie of parallel geschakeld worden.

Slide 9 - Slide

Spanningsbronnen
In serie: zorgt voor hogere spaning

Parallel: spanning blijft gelijk. Batterijen minder snel leeg.

Slide 10 - Slide

1. Je hebt twee batterijen van 4,5 Volt. Je hebt ook 2 lampjes van 4,5 volt. Over elk lampje moet 4,5 volt staan teken deze schakeling.
2. Nu schakel je de batterijen in PARALLEL
- Hoe groot is nu de spanning?
- Teken de schakeling zodat elk lampjes 4,5 V krijgt.

Slide 11 - Slide

Wat is een schakeling?
A
Een elektrisch circuit dat bestaat uit verbonden componenten
B
Een magnetische kracht die ontstaat door wrijving
C
Een chemische reactie tussen twee stoffen
D
Een elektronisch apparaat dat geluid produceert

Slide 12 - Quiz

Welke component is hiernaast afgebeeld?
A
Weerstand
B
Spanningsmeter
C
Amperemeter
D
Batterij

Slide 13 - Quiz

Welke component is dit ?
A
Spanningsmeter
B
Stroommeter
C
Afstandsmeter
D
Ampèremeter

Slide 14 - Quiz

Welk Component is dit?
A
Schakelaar
B
Lamp
C
Batterij
D
Voltmeter

Slide 15 - Quiz

serie-schakeling of paralel-schakeling?
A
serie-schakeling
B
paralel-schakeling?

Slide 16 - Quiz

Wat is dit voor
schakeling bij een
gesloten schakelaar?
A
Parallelschakeling
B
Serieschakeling
C
Combinatieschakeling
D
Kortsluiting

Slide 17 - Quiz

Aan de slag
2.1 Schakelingen lezen
Maken opdr. 1 t/m 7

Slide 18 - Slide