9.1 De eerste wereldoorlog

1 / 39
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Opdracht
- Ga in een groepje zitten met 3 a 4 personen.
-  Individueel: 2 minuten, zet op je eigen blaadje begrippen, namen, jaartallen die met de eerste wereldoorlog hebben te maken.
- Gezamenlijk: 3 minuten, bespreek nu wat iedereen heeft opgeschreven en schrijf het op het grote blad de begrippen waar jullie het over eens zijn.
- Eén van jullie logt in op deze les van LessonUp
timer
2:00

Slide 2 - Slide

Wat weet jij eigenlijk van
de Eerste wereldoorlog?

Slide 3 - Mind map

De oorzaken van WOI zijn:

Slide 4 - Mind map

Eerst de naam...
  • De naam 'Eerste Wereldoorlog' werd pas voor het eerst rond 1920 gebruikt.

  • Veelgebruikte namen voor de oorlog zijn (nu nog steeds): The Great War (En.), Der Grosse Krieg (Dld.), La Grande Guerre (Fr.) of De Groote Oorlog (Bel.)

Slide 5 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je uitleggen:
  • hoe de Eerste Wereldoorlog uitbrak
  • welke oorzaken leiden tot WOI
  • hoe de oorlog verliep
  • welke wapens werden gebruikt en welke verwoestingen werden aangericht
  • hoe burgers betrokken waren bij de oorlog
  • welke gevolgen de oorlog had

Slide 6 - Slide









"De oorlog die alle 
oorlogen zou beëindigen"

Slide 7 - Slide




Slag bij Waterloo
1815





Laatste grote Europese oorlog
tot aan de Eerste Wereldoorlog 

Slide 8 - Slide




Congres van Wenen
1815






Er komt een machtsevenwicht
in Europa

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Noem 4 oorzaken van de Grote Oorlog en geef bij elke oorzaak een voorbeeld of een uitleg.

Slide 11 - Open question

a Noem de aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog.
b Beschrijf hoe de oorlog escaleerde: van een regionaal conflict via een grote Europese oorlog in een wereldoorlog.

Slide 12 - Open question

Regionaal conflict werd wereldoorlog, hoe?
Eind 19e eeuw bondgenootschappen tussen Oostenrijk en Duitsland en tussen Rusland en Frankrijk.
Oplopende spanningen door nationalisme en onderling wantrouwen:
- Frankrijk wilde wraak op Duitsland door verloren oorlog
- Oostenrijk voelde dreiging van Rusland
- Rusland zag Duitsland en Oostenrijk als obstakel voor machtsuitbreiding
Duitsland wilde meer macht en bouwde grote oorlogsvloot. Daardoor met Groot-Brittannië een wapenwedloop: race om de beste en de meeste wapens te krijgen.
Van belang was dat in Duitsland en andere landen het leger werd verheerlijkt. In Duitsland en andere Europese landen heerste militairisme: verheerlijking van alles wat met het leger te maken heeft.



Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Aanleiding: moord op Oostenrijkse kroonprins Frans Ferdinand, 28 juni 1914 in Bosnische hoofdstad Sarajevo. Moordenaar was lid terreurgroep uit Servië. Bosnië was onder heerschappij gekomen van Oostenrijk, maar Servië maakte er ook aanspraak op.

Oostenrijk vroeg Duitsland (bondgenoten) om steun voor een actie tegen Servië. Nadat Duitsland die steun beloofd had, verklaarde Oostenrijk op 28 juli Servië de oorlog. Inmiddels had Rusland Servië (bondgenoten) steun beloofd.



Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Wereldoorlog:
Rusland mobiliseerde zijn leger. Duitsland verklaarde daarop Rusland de oorlog. Ook Frankrijk mobiliseerde daarna en verklaarde Duitsland de oorlog. Duitsland trok op 4 augustus het neutrale België binnen. Groot-Brittannië verklaarde daarop Duitsland de oorlog.

Vanaf dat moment vochten de geallieerden Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland en later Italië tegen de centralen Duitsland, Oostenrijk en het Ottomaanse rijk.
Troepen uit koloniën vochten mee en er waren ook gevechten in Afrika en Azië. De VS sloot zich in 1917 aan bij de geallieerden: het werd een echte wereldoorlog.


Slide 17 - Slide

Verloop van de oorlog
Westelijk front:
In België en Noord-Frankrijk stonden de twee partijen, geallieerden en centralen, tegenover elkaar; het gebied was in tweeën gedeeld door loopgraven. Dit front bleef bijna vier jaar muurvast zitten.

Oostelijk front:
Van Duitsland en Oostenrijk tegen Rusland. Bewegingsoorlog die Op 3 maart 1918 eindigde doordat de Russische communisten vrede sloten met Duitsland.
Einde WO I:
- 1918, verse Amerikaanse troepen (onbeperkte duikbotenoorlog) en inzet van tanks.
Duitse legerleiding besefte dat oorlog verloren was en burgerregering sloot wapenstilstand op 11 november.



Slide 18 - Slide

a Beschrijf kort het verloop van de strijd tot 1918:
- aan het westfront
- aan het oostfront.
b Geef aan:
- hoe de oorlog eindigde aan het westfront en
- waardoor de geallieerden daar sterker waren.

Slide 19 - Open question

Zandzakken waren gevuld met aarde en modder, en waren bedoeld om de soldaten te beschermen
In het begin van de oorlog waren de rantsoenen nog wel redelijk, maar naarmate de oorlog langer duurde, was er ook steeds minder (goed) eten.
Als de soldaten niet hoefden te vechten, speelden ze bijvoorbeeld met kaarten.
Behalve de vijand hadden de soldaten veel last van ongedierte, zoals ratten en vlooien. Sommige soldaten kwamen de tijd tussen de gevechten door met het doden van ratten.
Honden hielden de soldaten niet alleen gezelschap, ze bezorgden ook boodschappen tussen de verschillende loopgraven.
Soldaten konden vaak alleen maar overdag slapen, omdat 's nacht een goed moment was om de loopgraven van de vijanden te bespioneren. 
Met een periscoop konden de soldaten de vijand bekijken, zonder grote risico's te nemen. Een periscoop werkt met spiegels.
Er zijn duizenden brieven en dagboeken van soldaten uit de Eerste Wereldoorlog bewaard gebleven. Dit zijn tegenwoordig belangrijke en waardevolle bronnen.
Voor de veiligheid van de soldaten waren de loopgraven in zigzag-vorm.
Tussen de Noordzee en de Zwitserse grens (Westfront) wordt 40.000km aan loopgraven aangelegd.
Het gebied tussen de loopgraven wordt in vier jaar tijd compleet omgeploegd. Er ontstaat een niemandsland.
360˚ video van een loopgraaf
Tijdens de video kun je alle kanten opkijken! Probeer het maar eens uit!
Op wacht staan was één van de belangrijkste taken die je kon krijgen. Op het in slaap vallen tijdens de wacht stonden zeer zware straffen.
Behalve vechten en wacht houden, waren er nog genoeg andere vervelende klusjes in een loopgraaf, zoals zandzaken bijvullen, prikkeldraad repareren of het leegmaken van de latrines (wc's)

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Door de industrialisatie was de vernietigingskracht van wapens enorm toegenomen.

Duitsers zetten gifgas in als massavernietigingswapen: wapen dat een groot aantal mensen tegelijk kan doden. Andere nieuwe wapens: vlammenwerper, vliegtuig en onderzeeër.
Legerleiding organiseerde grote offensieven om doorbraak te forceren: zonder succes, maar wel grote verliezen en een verwoest landschap.
Gevolgen oorlogsgeweld: 9 miljoen gesneuvelde en 20 miljoen gewonde militairen. 



Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

a Onder de soldaten vielen in de Eerste Wereldoorlog veel slachtoffers door nieuwe wapens en door de tactiek van de legerleiding. toon dat van beide met een voorbeeld aan.
b Omschrijf de gevolgen van de oorlog voor de soldaten.

Slide 25 - Open question

Noem twee manieren waarop burgers op grote schaal en direct bij de oorlog betrokken werden.

Slide 26 - Open question

  • Legers bestonden uit dienstplichten en vrijwilligers. 
  • Vrouwen en ouderen hielden productie op gang, de economie werd op de oorlog afgestemd.
  • Voedseltekorten door beperking productie van consumptiegoederen.
  • Burgers sneuvelden:

In België en Frankrijk door Duitse bezetting
Elders door haatcampagnes tegen de vijand
Honderdduizenden Armeniërs in Ottomaanse rijk doordat ze verdacht werden van samenwerking met Rusland


Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

a Geef aan welk oordeel de basis was voor de maatregelen tegen Duitsland in de Vrede van Versailles.
b Deel de overige bepalingen van het vredesverdrag over Duitsland in naar hun soort: economisch, territoriaal, militair en internationaal-politiek.
c Beschrijf wat na de oorlog gebeurde met de multi-etnische staten Rusland, het Habsburgse rijk en het Ottomaanse rijk.

Slide 29 - Open question

Gebruik bron 3 (blz. 101 wb) afb 9.4 en de tekst 'Ter discussie: enthousiast de oorlog in' blz. 117
Velen waren enthousiast over de oorlog maar niet allen. Licht dit toe door:
- aan te geven welke verklaring voor het enthousiasme wordt gegeven in de bron en welke in de tekst en
- aan te geven welke groepen niet enthousiast waren en daarvoor een verklaring te bedenken.

Slide 30 - Open question

Leg uit dat deze foto past bij beide kenmerkende aspecten van deze paragraaf.

Slide 31 - Open question

Zet de volgende feiten op de juiste volgorde van vroeger naar later.
Communistisch Rusland sluit vrede met Duitsland.
De Oostenrijkse kroonprins wordt doodgeschoten.
De VS gaan meedoen aan de oorlog tegen Duitsland.
Het Duitse leger trekt België binnen.
Oostenrijk-Hongarije verklaart Servië de oorlog.
Vrede van Versailles wordt getekend.

Slide 32 - Drag question

Ontleen aan de bron twee oorzaken van de Eerste Wereldoorlog en geef een toelichting met brongegevens.

Slide 33 - Open question

Gebruik bron 8 blz. 103 en de afbeelding.
a Ontleen aan de bron een belangrijk doel waarmee Clemenceau de vredesbesprekingen was ingegaan.
b Beredeneer of Clemenceau tevreden was over het uiteindelijke vredesverdrag.

Slide 34 - Open question

  • Duitsland kreeg de schuld van de oorlog volgens de Vrede van Versailles, een vernederend vredesverdrag voor Duitsland in 1919:

- Elzas-Lotharingen teruggeven aan Frankrijk
- grondgebied naar Polen
- verlies van alle koloniën
- behoud van klein leger
- enorme herstelbetalingen voor aangerichte schade
- geen lid van Volkenbond: volkerenorganisatie sinds 1919.
  • Rusland bleef als enige over van de oude multi-etnische staten: (veelvolkerenstaten) staten waarin meerdere volken leven. Communisten heroverden Georgië en Oekraïne, voegden die toe aan de Sovjet-Unie.
  • Multi-etnische Habsburgse rijk viel uiteen in o.a. Oostenrijk, Hongarije en Tsjecho-Slowakije.
  • Nieuwe multi-etnische staat Joegoslavië ontstond: Servië, Bosnië, Slovenië en Kroatië.
  • Einde van multi-etnische Ottomaanse rijk.
  • Stichting Turkije in 1923 en nieuwe staten in Arabische delen van het rijk onder toezicht van Groot-Brittannië en Frankrijk.
.



Slide 35 - Slide

Begrippen uit deze les:
mobiliseren: gevechtsklaar maken van het leger voor de oorlog

geallieerden: bondgenoten, in de twee wereldoorlogen de landen die tegen Duitsland vochten
centralen: Duitsland en bondgenoten in de Eerste Wereldoorlog
wereldoorlog: oorlog waaraan veel volken in een groot deel van de wereld meedoen
wapenwedloop: race om de beste en de meeste wapens te krijgen.
militairisme: verheerlijking van alles wat met het leger te maken heeft.



Slide 36 - Slide

Begrippen uit deze les:
loopgraaf: uitgegraven gang waarin soldaten zich beschermen tegen de vijand

front: gebied waar gevochten wordt
wapenstilstand: afspraak tussen oorlogvoerende landen om niet meer te vechten
massavernietingswapen: wapen dat een groot aantal mensen tegelijk kan doden.
Volkenbond: volkerenorganisatie sinds 1919
multietnische staten: (veelvolkerenstaten)


Slide 37 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 38 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 39 - Open question