This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
oefentoets hoofdstuk 10
Slide 1 - Slide
In welk restaurant was het gemiddeld bonbedrag het hoogst?
A
A
B
B
Slide 2 - Quiz
Tatiana noteert tijdens een voetbalwedstrijd hoeveel doelpogingen een team heeft gehad. Vervolgens heeft ze in een cirkeldiagram met twee sectoren weergegeven welk deel van de doelpogingen voor rust was en welk deel van de doelpogingen na rust was.
Wat voor soort variabele is het nu?
A
kwalitatief
B
kwantitatief
Slide 3 - Quiz
Op welke twee niveaus kun je kwalitatieve variabelen meten?
A
discreet en continu
B
ordinaal en continu
C
ordinaal en nominaal
D
discreet en nominaal
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
zijn de variabelen kwantitatief of kwalitatief?
A
kwantitatief
B
kwalitatief
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
het verschil is:
A
klein
B
middelmatig
C
groot
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
het verschil is
A
klein
B
middelmatig
C
groot
Slide 10 - Quiz
Wanneer gebruik je de MaxVcp?
Slide 11 - Open question
Wanneer gebruik je de effectgrootte?
Slide 12 - Open question
Van een partij van 20 000 galia meloenen is de omtrek normaal verdeeld met een gemiddelde van 62 cm en een standaardafwijking van 6 cm.
Wat weet je van de kleinste 500 meloenen van deze partij?
A
omtrek is groter dan 74 cm
B
omtrek is kleiner dan 56 cm
C
omtrek is kleiner dan 50 cm
D
omtrek is groter dan 68 cm
Slide 13 - Quiz
Van een partij sinaasappels is de diameter normaal verdeeld met een gemiddelde van 55 mm. Internationale kwaliteitseisen stellen dat 95% van de sinaasappels in de partij een diameter tussen 52 mm en 58 mm moet hebben.
Wat zou op basis van deze informatie de standaardafwijking van de diameter bij deze appels moeten zijn?
A
6 mm
B
3 mm
C
1,5 mm
D
juiste antwoord staat er niet tussen
Slide 14 - Quiz
De lichtopbrengst van een lamp wordt gemeten in lumen. Van een partij van 1800 ledlampen van het type FireRed is de lichtopbrengst normaal verdeeld met een gemiddelde van 470 lumen en een standaardafwijking van 8 lumen.
Hoeveel procent van de lampen heeft een lichtopbrengst van 462 lumen of meer?
Slide 15 - Open question
Op een school werken 185 docenten, waarvan er 68 ouder zijn dan 50. Bij een steekproef onder 100 docenten blijken er 35 ouder te zijn dan 50.
Bereken de populatieproportie. Geef je antwoord in 3 decimalen en gebruik een komma.
Slide 16 - Open question
Bereken het 95%-betrouwbaarheidsinterval voor het populatiegemiddelde bij X = 210, S = 15 en n=35
Rond in het antwoord af op gehelen. Zet het tussen haakjes en gebruik een komma tussen de twee getallen.
Slide 17 - Open question
Bij een steekproef van lengte 85 is het 95%-betrouwbaarheidsinterval voor het gemiddelde [99,2;112,5]
Bereken het steekproefgemiddelde en de steekproefstandaardafwijking. Rond indien nodig af op één decimaal.