3VA 24-10-24

Jeudi 24 octobre 2024

Programme:
  • Lessonup "bijvoeglijk naamwoord"
  • Finir Chapitre 2, Leçon A ex 7a + B
  • SO2 terug
  • Slim Stampen Chap. 1 ABCDEFGH
  • Chanson verbes en ER IR RE
Devoirs 5/11:
Chap. 2, apprendre Voca A p. 86
Herhalen Chap. 1 ABCDEFGH
Devoirs 7/11:
PW Chapitre 1 ABCDEFGH 7/11
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Jeudi 24 octobre 2024

Programme:
  • Lessonup "bijvoeglijk naamwoord"
  • Finir Chapitre 2, Leçon A ex 7a + B
  • SO2 terug
  • Slim Stampen Chap. 1 ABCDEFGH
  • Chanson verbes en ER IR RE
Devoirs 5/11:
Chap. 2, apprendre Voca A p. 86
Herhalen Chap. 1 ABCDEFGH
Devoirs 7/11:
PW Chapitre 1 ABCDEFGH 7/11

Slide 1 - Slide

Mardi 1er octobre 2024

Travaille avec ton voisin (voisine):
- Écris en français, des phrases (eigenlijk straf) voor de leerlingen die hun boeken vergeten of hun huiswerk niet hebben                                       gemaakt.
- Soit (wees) origineel
De docent verzamelt ze in een map.


Slide 2 - Slide

Livre page 49 
Neem de woorden door op bladzijde 49.
Hiervoor krijg je 2 minuten de tijd.
Daarna krijg je vragen over de vocabulaire.
timer
2:00

Slide 3 - Slide

Combine
intelligent(e)
souvent
chez des amis
marrant(e)
jouer de la guitare
slim
vaak
bij vrienden
grappig
gitaar spelen

Slide 4 - Drag question

Combine
samen
ik ken haar
gemeen
kletsen
op het werk
ensemble
je la connais
méchant(e)
bavarder
au travail

Slide 5 - Drag question

Welk woord hoort er niet bij.
A
regarder la télé
B
bavarder
C
faire du sport
D
au club de sport

Slide 6 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
une fois par semaine
B
souvent
C
toujours
D
aujourd'hui

Slide 7 - Quiz

Vrai ou faux:
Je connais le vocabulaire
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Attention: denk aan mannelijk of vrouwelijk!

Je le connais = Ik ken hem
Je la connais = Ik ken haar

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Pourquoi c'est ton
meilleur ami /
ta meilleure amie?

Parce qu'il/elle est
................................

Slide 11 - Slide

Je l'ai rencontré(e)..........................
au club de sport
dans le quartier
à l'école
l'endroit: waar hebben jullie elkaar ontmoet?

Slide 12 - Slide

On se voit  ....................................
tous les jours
souvent
deux fois par semaine
jamais
chaque jour
presque tous les jours
La fréquence: Hoe vaak zien jullie elkaar?

Slide 13 - Slide

Huiswerk, pour vendredi :
  • Apprendre 1 page 32
  • Online methode: civilisation
    (inhoudsopgave & quiz) 

Slide 14 - Slide